136 VOOR RIJK EM ARM. gij> die 'tlooden juk van nijpende armoe draagt! Benijdt den rijkaard nooit zijn disch op gouden schalen; Weet, dat zoo vaak de worm der wroeging hem doorknaagt, Al blikt hij lagchend rond bij 't schuimen der bokalen Wat baat u weelde en eer? Wat 's werelds overvloed, Dien u het speelziek lot zoo spoedig kan ontrooven? Otracht naar 't eeuwig heilu toegereikt van hoven Ln zij Gods Woord uw troost, uw schat, uw eenigst goed.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1855 | | pagina 182