ADKIAAN ÜYTTENIIOOVEN. 97 procureur toe." Zijne schaars geëvenaarde ge schiktheid om met allerlei menschen om te gaan en de gemakkelijkheid, waarmee hij zich in al lerlei toestanden verplaatste en zich naar ieder schikte zonder ooit zijne zelfstandigheid prijs te geven of zijne achting bij anderen te verliezen, werkten hem hierbij uitnemend in de hand en de huishoudelijke zorg zijner eclitgenoote hielp hem het hoofd met eere boven houden. M elkom moest hem onder die woelige om standigheden de beroeping naar Brouwershaven zijn, die den 12 November 1796 op hem werd uitgebragt. Weldra (29) vertrok hij naar zijne nieuwe standplaats, waar hij den 29 January 1797 bevestigd werd (30). Ook daar nam hij zijne dienst met ijver en trouw waar, eerst met zijnen ambtgenoot w. van irhoven cotius, en na diens overlijden in 1818, alleen. Ook hier deelde hij in de openbare omstandigheden des vaderlands en de drukkende overheersching der 1 lanschen, maar beleefde er ook den heugelijken omkeer van zaken in 1813. Bij de nieuwe 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1855 | | pagina 143