ADRIAAN UYTTENHOOVEN. 73
vonden in hem eenen even ijverigen als schran-
deren leerling, terwijl de geleerde rau, die op
zeer gevorderden leeftijd nog de Oostersche talen
benevens de Hebreeuwsche en Christelijke oud
heden met jeugdigen ijver onderwees, mede de
vlijt van dezen zijnen leerling roemde ofschoon
het in uyttenhooven, gelijk in vele godgeleerde
studentenbij eene zeer oppervlakkige kennis van
het Oostersch, zelfs van het Hebreeuwschbleef.
Tot de eigenlijke godgeleerdheid overgegaan,
trad uyttenhooven schoon ook de lessen van den
hoogbejaarden burman en den toen nog met hel
dere kracht onderwijzenden vos niet verzuimende,
inzonderheid de scholen in van den diep geleerden,
hoogst schranderen en krachtig weisprekenden bon
net, die de uitstekende gaven van dezen zijnen
leerling al spoedig onderscheiddeaanmoedigde
en ontwikkelde. Wederkeerig werd het uytten
hooven spoedig helder, hoe veel hij van dien God
geleerde leeren kon, ofschoon hij minder vertrou
welijk met vader bonnet werd dan anderen zijner
tijdgenootenzoodat de achtbaarheid van dezen