cVoorwoord
Voor u ligt het tweede deel van de boekenreeks Fauna Zeelandica. De reeks is een initiatief
van Het Zeeuwse Landschap, bedoeld om van zoveel mogelijk diergroepen het voorko
men in Zeeland in beeld te brengen. Dit deel behandelt sponzen, neteldieren, wormen,
tentakeldieren, stekelhuidigen en zakpijpen. Dat klinkt wellicht heel onbekend, maar
er komen tal van bekende diersoorten als de zeester, de zeepier en de blauwe haarkwal
aan bod. De opzet van de reeks is dat de teksten in principe geschreven worden door
vrijwilligers. Zo blijven enerzijds de kosten beperkt, terwijl anderzijds tal van gedreven
amateurs een forum vinden om hun kennis en bevindingen wereldkundig te maken en
hun enthousiasme voor een
diergroep te delen. Ook voor dit deel is het weer gelukt om zeer deskundige vrijwilli
gers te vinden die de teksten geschreven hebben. Bovendien zijn ook alle foto's om niet
beschikbaar gesteld. De wereld onder water is voor ons als mens alleen te ontdekken met
allerlei technische hoogstandjes. Een onbekende wereld voor ons, maar een thuis voor de
meest uiteenlopende dieren en planten. Wat in het boek iedere keer weer blijkt is dat elk
van de Deltawateren een eigen karakter heeft. De Oosterschelde heeft een bijzonder rijke
onderwaterfauna. De Oosterschelde: een voormalig estuarium waar de dynamiek van
het getij zorgt voor een drukbevolkte onderwaterwereld. Dieren met soms wonderlijke
namen als dodemansduim, paarse geleikorst, zeedruif en zeepaddestoel hebben er een plek
gevonden. Op en tussen de stenen van de dijken leven allerlei planten en dieren, die ook
te vinden zijn op Engelse en Franse rotskusten. Die mariene fauna, kleine en grote dieren,
maken de Oosterschelde tot wat hij is. Onder water migreren soorten vanuit de Noordzee
naar de relatief warme en ondiepe Oosterschelde om zich voort te planten. De sepia is
daarvan een bekend voorbeeld. Bij de plannen voor de bouw van de Oosterscheldeke-
ring, hebben vissers én milieubeschermers hard gestreden voor een open kering, zodat het
getij behouden bleef. De aanleg van deze kering is de erkenning dat de Oosterschelde een
UTjzonder gebied is. Later is die opvatting bevestigd door de instelling als Nationaal Park.
Hoe breng je de onbekende onderwaterwereld in het zicht? Kun je zuinig zijn op natuur,
als je niet weet wat er leeft? Nationale Parken hebben daarom, naast natuurbescherming,
als hoofddoelstelling het geven van voorlichting en educatie. Een boek dat het Zeeuwse
onderwaterleven ook voor niet-duikers toegankelijk maakt valt uitstekend onder deze
doelstelling. Het ligt daarom voor de hand dat het Nationaal Park Oosterschelde partici
peert in de uitgave van dit boek. Ook de Grevelingen met zijn stagnante zoute water en
de Westerschelde met zijn geleidelijk verlopende zout-zoet gradiënt herbergen hun eigen
typische bewoners. Ook hier geldt overduidelijk dat het geheel meer is dan de som van de
delen. Dit boek biedt volop gelegenheid om met de diversiteit en veelvormigheid van het
onderwaterleven van de Deltawateren kennis te maken.
John Lilipaly
Voorzitter Nationaal Park Oosterschelde
Marten Hemminga
Directeur Het Zeeuwse Landschap
5
'eejauna in ^eefancf