Selderij
op de stengel en het blad zitten. Ze hel
pen de plant, samen met de vlezige bla
deren, te overleven in het zilte milieu.
De grijze tint weerkaatst het meeste
zonlicht dat de plant beschijnt. Zo raakt
het blad niet oververhit en wordt te
sterke verdamping (en dus vochtverlies)
voorkomen.
Erg optimistisch kunnen we niet zijn
over de toekomst van één van de zeld
zaamste zoutplanten van de
Nederlandse flora. In de Verdronken
Zwarte Polder heeft de plant het nieuwe
millennium ternauwernood gehaald,
maar het blijft de vraag of deze recente
vondst het begin is van een nieuwe
bloeiperiode, of dat dit slechts een laat
ste opflakkering van de kaars is alvorens
deze definitief dooft.
A.d.Z.
Apium graveolens
Wanneer wij bij de supermarkt
knolselderij aanschaffen voor de
erwtensoep en bleekselderij voor onze
pizza is het moeilijk voor te stellen dat
we te doen hebben met een verwant
van een wilde plant, waarvan de stam
vader in Zeeland opmerkelijk veel voor
komt. De verspreiding is gebonden aan
het brakke milieu. Zeeland neemt ten
opzichte van de rest van Nederland wat
dat betreft een belangrijke positie in.
Toch is Selderij niet algemeen. Als puur
wilde plant kennen we Selderij als een
middelhoog opschietende plant met de
voor ons kenmerkende geur en licht
groene glans. Wat wij kennen als kruid
in de keuken en als plant in menige
tuin is een grotere cultuurvariëteit.
Deze wijkt maar weinig af van de oor
spronkelijke plant. Verdere beschrijving
kan daarom wel achterwege gelaten
worden.
Tiet geslacht (Apium) waartoe Selderij
behoort, heet in het Nederlands moe-
175