VERZAMELINGEN
158
WAARMEE BETAALDE MEN DE VEERMAN?
Overzichtstentoonstelling van de oudste betaalmiddelen die in de Nederlanden in omloop zijn geweest
Zeeuws Museum, 3 juli tot en met 8 november 1992.
C.J.F. Klaassen
Kronos en Rhea - Rhea was machtiger dan Kro-
nos - waren de kinderen van Ouranos (de He
mel) en Gaea (de Aarde). De kinderen van Kro
nos en Rhea waren Zeus en Hera, de goden van
Hemel en Aarde, Poseidon, de god van de Zee
en de aardbevingen, en Hades, de god van de
Onderwereld. Het vijfde kind was Hestia, de
godin van de huiselijke haard.
De mythe van Demeter in Eleusis heeft het
godsdienstige leven in Griekenland gedurende
1500 jaar bepaald. Ook in de Bijbel komt de my
the voor. In Johannes XII, vers 24, staat: 'Voor
waar ik zeg U, indien het tarwegraan in de aarde
niet valt en sterft, zo blijft het alleen. Maar indien
het sterft, zo brengt het veel vrucht voort'. Ook
deze uitspraak is gebaseerd op de Eleusinische
mythen. Het verhaal luidt als volgt. Demeters
dochter Koré vertoeft bij de rovende Hades, die
haar met zijn wagen met zwarte paarden heeft
ontvoerd. Koré woont in een kloof van de aarde.
De ontvoering is gadegeslagen door Helios (de
Zon) en ITekate (de Maan). De volle zomer van
negen maanden is de tijd van het lijden van De-
meter op aarde. In de drie maanden van de win
ter moest Hades Koré vrijlaten om zich niet de
gramschap van de andere goden op de hals te
halen.
Volgens de kosmogonie wordt de Aarde be
schut door de Hemel en belaagd door de zee, de
aardbevingen en de onderwereld. Eleusinisch is
dat Demeter, gehuwd is met Zeus, belaagd wordt
door de twee broers van Zeus, Poseidon en Ha-
des.
De mens is in zijn eigen voortplanting van het
levenszaad als de akker met het korenzaad, dat
weer als vruchtbaarheid ritueel blijft leven, ad in
finitum.
De 1500 jaar oude mysteriegodsdienst gaven
de Grieken door aan de Romeinen, die dit beeld
op hun beurt naar andere Westeuropese volkeren
brachten.
Wanneer een Griek overleed, splitste zich
lichaam en geest. Zijn lichaam moest begraven
worden en zijn geest moest naar de onderwereld
reizen. De onderwereld werd begrensd door vier
rivieren, die in verbinding stonden met de oce
anen: de Acheron (droefheid), de Cocytus (dwa
ling), de Styx met haar negen bochten, en de
Lethe (alles vergeten). Bij de Styx was een veer
huis, dat bediend werd door Charon, een mor
sige man die erg moeilijk deed bij onderhandelin
gen en schipper op een wrakke veerboot was
Hij kreeg zijn passagiers van Hermes Psychopom-
pos, de schimmenbegeleider. Slechts begrave-
nen of verbrande mensen konden in aanmerking
komen voor de overtocht naar de drie gebieden
van de onderwereld, om daar onsterfelijk te wor
den. Bij het begraven kregen de overledenen een
obool in de mond om de veerman te betalen
Een obool is een klein muntje, ter waarde van
een halve penning. Om de reis naar de onderwe
reld te veraangenamen en de weg terug naar het
graf te kunnen vinden, werden ook nog huisraad,
juwelen en eetgerei meegegeven. De schimmen
zonder veergeld en zonder begraving of verbran
ding spookten langs de oevers van de rivieren.
Ook Poseidon kon gunstig worden gestemd
met votiefstenen en munten die in het water wer
den gegooid. Duizenden mensen spreken daar
mee ook nu nog dagelijks hun hoopgebeden uit
aan de Trevi-fontein in Rome. Wat Hades niet no
dig had, heeft Poseidon ons op het Domburgse
strand teruggeschonken. Als vuistregel kan men
aannemen dat grafgiften bij alle polytheïstische
godsdiensten voorkomen.
Archeologische vondsten
Sinds 1647 zijn er op het strand bij Domburg ar
cheologische vondsten gedaan: votiefstenen met
de naam van Dea Nehalennia en een stenen
vloer van 12 bij 13 voet. Ten noorden van di
fundament bevonden zich boomstronken, over
blijfselen van (heilige?) bomen, en werd een be
graafplaats gevonden met Romeinse munten uit
de periode van Vitellius (69 na Chr.) tot en met
Tetricus (268 na Chr.), alsmede enkele sceatta's.
In de loop der tijden kwam door duinafslag meer
te voorschijn. Een tempel en een begraafplaats
werden in 1687 bij laag water ontdekt (afbeelding
1). De begraafplaats voor Duinvliet werd in 1687,
in 1749 en in 1817 gezien. De begraafplaats met
dorp werd in 1832 en 1866 voor Westhove en
Berkebosch bij zeer laag water gezien. Deze
vindplaats heeft de meeste munten en grafgiften
opgeleverd. Getuigenverklaringen moeten ons nu