80
ZEELAND IN BEELD
Departementen, te weten: Taalkunde, Dichtkunst,
Toonkunst, Stijl, Mondelinge Voordragt, Teeken
kunst, Bouwkunde en Wiskunde. Ieder Departe
ment had twee of drie directeuren. De directeu
ren waren verplicht jaarlijks zes prijsvragen voor
ieder kunstvak uit te schrijven. Over de ingezon
den en uitgevoerde stukken dienden zij een be
oordelend verslag in de vergadering uit te bren
gen en zij dienden eveneens een uitspraak over
de winnaars te doen.
Het aantal leden is nooit groot geweest. In
1865 bereikte het aantal met zestig zijn hoogte
punt. De Maatschappij wierf zijn leden zowel uit
de kleine als uit de gegoede middenstand en ver
der uit intellectuele beroepen. Het waren allen
lieden die belangstelling hadden voor letter
kunde, beeldende kunsten of muziek.
Gedurende het winterseizoen, te beginnen
eind september, kwam men wekelijks bijeen. Het
programma van deze bijeenkomsten was van te
voren opgesteld. Er werd muziek gemaakt en
doorgaans werden er voordrachten gehouden of
toneelstukjes opgevoerd. Zo heeft Beunke samen
met zijn dochter in de vergadering in het seizoen
1872-1873 een "kunstbeschouwing der teekenin-
gen" gehouden. De jaarvergaderingen droegen
Abdij in Middelburg, de witte toren. Aquarel van F.M.
Beunke, z.j. (RAZ, Zei. II., aanwinst 1991/49-D.
een feestelijk karakter. Dan waren ook de dames
van de leden welkom, en de met de uitgeschre
ven prijsvragen gewonnen eretekens werden uit
gereikt. Bovendien vonden vanaf 1847 ieder jaar
één of meer "Soirées Littéraires et Musicales" in
de grote zaal van het Schuttershof plaats. In de
pauze kon men een tentoonstelling van "voort
brengselen der beeldende kunst" bekijken.
Uit enkele nog bestaande jaarverslagen blijkt,
dat Beunke in het Departement Teekenkunst
meerdere malen met eretekens is bekroond. Bo
vendien vervulde hij verscheidene keren de func
tie van directeur van het Departement Teeken
kunst: in het verslagjaar 1863-1864 met J.F. Schütz
en J.W. Gerstenhauer Zimmerman en in het jaar
1872-1873 met J.F. Schütz en W.J. van de Berghe.
Beunke was bij zijn overlijden veertig jaar lid
van de Maatschappij. Bij zijn graf werd dan ook
namens de Maatschappij V.W. een gedenkwoord
gesproken. In een buitengewone ledenvergade
ring van de Maatschappij V.W., gehouden op 21
april 1874, werd hij herdacht. De toenmalige
voorzitter, E.K. Bouterse, gaf aan dat Beunke op
verschillende terreinen veel werk voor het ge
nootschap had verricht. Het lid J.C. Altorffer gaf
uiting aan zijn gevoelens door het door hem ge
schreven dichtwerk "Berusting en Herinnering"
voor te dragen.
Beunke was een gewaardeerd lid van de Maat
schappij. Gezien de lange duur van zijn lidmaat
schap en het werk dat hij ervoor verzette, moet
dit genootschap een belangrijke rol in zijn leven
hebben gespeeld. Hier ontmoette hij, de "dilet
tant", onder andere beroepskunstschilders. Hij
werd er in zijn "kunstenaarschap" gevormd. De
geschonken schetsboeken getuigen van zijn ont
wikkelde tekentalent en vormen een waardevolle
aanvulling op de verzameling van de Zelandia II-
lustrata.
Bronnen:
Documentatiecentrum Zeeuws Deltagebied
Gemeentearchief Middelburg