i
I
J|
I •’t
bJ
r'i
'/I
i! I
-
altijd uit naar hun achterhoofden. Per slot
ik wou het zachtjes
schreven aan
tegen hem ze
van rekening- moet je daar
pappa en
van aannemen): „Ik kies ze
toch meestal teg-en aan kijken I”
over
lllTUOq I I
16
L 'i
-1
Zenuwachtige automobilist: „Hou in 's hemelsnaam op
met dat getoeter! Ik heb al tien minuten om den hoek
staan wachten, omdat ik dacht, dat er een andere auto
aankwam 1"
Moeder: „Heb jij water bij den inkt ge
daan, Miesje?”
Haar vader: „En kunt U mijn dochter de
luxe verschaffen, waaraan ze in haar ouder
lijk huis gewoon is?"
Haar verloofde: „Niet lang meer. Daarom
wil ik juist met haar trouwen.”
W j ‘IM
7J>
Brigadier: „Hoe zijn jullie ei in ge
slaagd, hem te arresteeren, terwijl hij zich
in vrouwenkleeren had vermomd?”
Agent: Hij liep voorbij een hoeden
winkel zonder naar binnen te kijken.”
„Ben je van plan daar werkeloos te blijven staan en toe te kijken
terwijl ik in mijn eigen huis word vermoord?”
„Ja, wat wil je dan van me? Dat ik het huis verkoop?”
„Daar schiet me iets te binnen, Albert. Wij
moeten morgen de belasting betalen.”