FIDE, AMICITIA ET Intelligentsia en VIRTUTE elite In den tijd der Fransche overheersching had hij met mij en anderen mijner vrienden in jeugdige opgewonden heid te Middelburg een genootschap opgerigt onder den schoonklinkenden titel: Fide, Amicitia et Virtute, en toen later verscheidene der leden zich te Leiden als studenten vereenigden, moest, zooals van zelf sprak, eene spruit daarvan onder de stadgenooten aldaar worde overgeplant, en in verbindtenis met den moederstam aangekweekt. Met een fijn negentiende-eeuws pennetje memoreert prof. mr. Jacobus Hermannus Philipse tot eeuwige roem gekomen als rector magnificus van de Rijks- hoogeschool - nu Rijksuniversiteit - Groningen het prille begin van Non Sordent in Undis in 1813. Het genootschap heette toen Fide, Amicitia et Virtute (trouw, vriendschap en moed). Het citaat van Philipse is terug te vinden in het 'Levensberigt', de in memori- am, die de hoogleraar Romeins Recht in 1870 schreef bij het overlijden van zijn jeugdvriend de Groningse hoogleraar wis- en natuurkunde Jan Willem Ermerins. De heren, beiden telg van een roemruchte Zeeuwse familie, kenden elkaar al van de Latijnsche School in Middelburg. Een oeroud instituut, dat in 1365 als Grote Scole der Stede van Middelburch tot bloei kwam en dat in de Napoleontische tijd transformeer de tot Gymnase Illustre de la ville de Middelbourg. In 1880 veranderde de naam in Stedelijk Gymnasium Middelburg. In 1972 ging het op in de Stedelijke Scholengemeenschap Middelburg. Tegenwoordig luidt de naam Nehalennia Stedelijke Scholengemeenschap Middelburg, genoemd naar een Romeinse godin, die aan het begin van onze jaartelling zeelieden en hande laren bij de Schelde beschermde. Overigens was de Latijnsche School niet op alle fronten even sterk. Zo concludeerde Henricus Wijn beek, hoofdinspecteur van het onderwijs in Nederland in 1818. Deze school heeft, gelijk vele andere, het ongeluk van eenen conrector te hebben, die uit hoofde zijner jaren 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2015 | | pagina 6