Dolph Boddaert
Aan oud- advocaat Dolph Boddaert de vraag of alle
Boddaerts als vanzelfsprekend lid zijn geweest van
Non Sordent
'Al vanaf de eerste dag in Leiden kwam ik lui tegen
die lid van Non Sordent waren en die noemde ik mijn
naam. Oh ja, dan moet je lid van Non Sordent wor
den. En dat is ook gebeurd. Mijn vader en mijn groot
vader hebben overigens niet in Leiden gestudeerd. De
vroegere generatie weer wel, ook in de negentiende
eeuw al. Mijn familie woont sinds de zeventiende
eeuw in Zeeland, maar mijn grootvader is er weer
weggetrokken. Dus ik heb nooit in Zeeland gewoond.
Maar ik heb wel het Zeeuwse gevoel over mij. Mijn
familie komt uit Zeeland.'
U bent dus in het jargon van Non Sordent: badgast?
'Nee, ik weet niet wat je onder een badgast verstaat'.
Badgasten is de benaming van de niet-Zeeuwse leden
van Non Sordent. Mensen met een Zeeuws gevoel,
ondanks het feit dat ze niet in Zeeland geboren zijn.
Kunt u uw Zeeuwse gevoel omschrijven?
'Het Zeeuwse gevoel is voor mij, dat je verbonden
bent met een aantal mensen van je eigen kring, laten
we het zo zeggen, die je kent en dat gaat door het
hele leven door. En vaak ook door de familie. Zegt het
familiefonds Hurgronje je iets? Daar ben ik dus ook
lid van omdat mijn familie vanuit de achttiende eeuw
ook lid was van het familiefonds Hurgronje. Er zijn
allerlei van die familieconnecties: de Van Adrichems
Boogaards, de Schorers, allemaal familie van elkaar.
Ze vinden mekaar ook weer in Non Sordent.'
In de Wetten van Non Sordent zie je allerlei overtre
dingen staan waar een boete voor staat van een of
Dolph Boddaert
meer kluten. Wat moet ik me daar bij voorstellen?
'Kluten. Zoveel kluten. Een kluut, dat is een halve stui
ver. Het was tweeëneenhalve cent uit de gulden tijd. In
de tijd moest je bij intrede in Non Sordent een zilveren
rijksdaalder in het kerkenzakje doen. Het kerkenzakje,
daar werd het geld mee opgehaald. En de zilveren rijks
daalders waren nog in omloop, echte oude van voor de
Tweede Wereldoorlog. Op sociëteit Minerva daar zag je
ze nog, daar betaalde je gewoon met zilveren guldens
en rijksdaalders. En tegen het eind van de maand, dan
kwamen ook de wat oudere van Willem III en Willem
II. Die waren toen al vrij zeldzaam, maar kwamen toch
in omloop. Dat is nu allemaal verleden tijd.'
52