De archiefkist van Non Sordent
Ivo Verseput met de nieuwe 'stoel voor het jongste lid'
verdiensten voor Non Sordent heeft zij het gouden Vie-
geblaadje gekregen. Wij hadden geen apart viegeblaadje
voor vrouwen, aan een kettinkje. Rika is volgens mij de
enige vrouw die ooit het Viegeblad gekregen heeft.'
We kijken nog even verder naar wat er in de archief-
kist van 1928 zou moeten zitten. Bijvoorbeeld een
nieuwe feesthamer.
'In mijn tijd al onbekend.'
Twee albums met foto's van de vergaderingen en
andere belangrijke gebeurtenissen van het Collegium
Illustre. En een wit plankje met spijs?
'Nee.'
Twee zwarte plankjes met spijs?
'Ook niet.'
Het rad van Michiel Adriaanszoon de Ruyter?
'Ongelooflijk zeg. Ik zou het niet weten.'
Het mahoniehouten kistje met kristallen bokaal op zil
veren voet. De champagnepokel, ooit gezien?
'Ja, in mijn tijd wel. Dat was echt een mooi stuk
antiek. Maar die is nu kwijt.'
En de stoel voor het jongste lid?
'Ja, die was even zoek, maar Willem Dirkzwager heeft
hem begin jaren zeventig ergens aan de stoep bij het
oud vuil aangetroffen en hem weer meegenomen.
Inmiddels is die stoel definitief zoek. Tijdens de jong
ste dies heeft Dirkzwager een nieuwe stoel bestemd
voor het jongste lid aan Non Sordent geschonken.'
Dan hebben we nog het portret van Juliana.
'Ja, was er wel, ik weet niet of dat er nog in zit'.
Maar hoe moet het nu verder met een incompleet
archief?
'Ik heb aan Willem Dirkzwager en Niek Zaman
voorgelegd, dat als wij wat overhouden van de geld
inzameling voor het eeuwfeest en het boek, dat we
daarvan wat nieuw antiek aanschaffen. Maar dat dan
ook eigendom laten zijn van onze stichting Non Sor
dent 1815-2015. En dan brengen we het onder in het
archief. En dat mag er af en toe uit, op een Dies of
een lustrum. Want het is eigenlijk doodzonde. Toen
ik lid was, besefte ik nog niet de waarde van wat er
allemaal in onze kist zat. Die hoed van Keesje van
Domburg een bekende verschijning in het vroegere
Domburg, was een zogenoemde tun'oed, op z'n Hol
lands een tienhoed. Later heb ik pas begrepen dat dat
echt een originele negentiende-eeuwse hoed was.'
43