Achter Jan de Kater het vaandel van Non Sordent, 1967 Een constante in de geschiedenis van Non Sordent is de zogenoemde Wildzang, die lang geleden in de negentiende eeuw ontstond. Deze sluit de vergaderingen van het gezelschap luidruchtig af en wordt geleid door een voorzanger, de procantor. Het is een erebaantje voor de scheidende praeses van het gezelschap. Non Sordent kent sinds 1928 ook een signifer, de drager van het vaandel van Non Sordent dat bij alle plechtig heden wordt meegevoerd. De functie van signifer wordt vaak gegund aan iemand die in de markt is om later praeses van het gezelschap te worden. Na de wetswijziging van 1928 zijn de Wetten van het Collegium Illustre cui Symbolum Non Sordent in Undis niet meer gewijzigd. Waarschijnlijk werden ze in de jaren dertig van de vorige eeuw netjes nageleefd. In Tweede Wereldoorlog ging de Leidse universiteit dicht en waren veel Leidse studenten, onder wie ook leden van Non Sordent, actief in het verzet. Na de oor log kwam ook dit gezelschap in de greep van de brave jaren vijftig. Bomen werden aangeboden aan Veere en Oostkapelle nadat een automobilist er in Veere een tje omver had gereden. Om het nieuwe boompje te beschermen, werd er een bankje voor gezet. Het haal de de Zeeuwse pers. Zo ook de nieuwe voorzitters hamer, die aangeboden werd aan de commissaris der Koningin en de barometer voor het nieuwe enigszins kale stadhuis van Vlissingen. Vaak ging het jaarlijkse uutje naar een Zeeuws dorp, waar de burgemeester dan uitlegde wat er zoal speelde in zijn gemeente. Allemaal provinciaal kran- tennieuws, als ook de ruime aandacht voor de feeste lijkheden van Non Sordent bij hun lustra in Zeeland. Een constante daarbij is het beeld van Michiel Adriaanszoon de Ruyter in Vlissingen, dat door leden van Non Sordent met groene zeep wordt ingesmeerd. Een juungsje moest dan proberen erop te klimmen. Een heldendaad als het lukte. Het stadsbestuur van Vlissingen waarin vaak oud-Non Sordianen figureer den, kneep een oogje dicht als De Ruyter weer als klimpaal werd bestegen. Het hoogtepunt van Zeeuws vermaak was waar schijnlijk de plaquette die Doove Ko met hulp van de juungsjes aanbracht op een pijler van de stormvloed kering in 1986. Maar toen waren er ook in Leiden al nieuwe tijden aangebroken. De geboortegolf over spoelde universitair Nederland en dat leidde tot een aanzienlijke verandering van de sfeer en de gewoon tes op Minerva en bij Non Sordent. 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2015 | | pagina 40