Het traditionele bezoek in de lustrumjaren van Non Sordent bij de familie Van Doorn op Moesbosch in Koudekerke, 1975
tijden vergaderd, en niet meer vast om de twee en later
vier weken zoals in de negentiende eeuw. Het entree
geld blijft gehandhaafd op een tientje, met een aanvul
lende contributie van steeds een gulden in de maan
den november, februari en mei. Als dit in totaal onvol
doende is voor de uutjes, de feesten en de schrans- en
braspartijen, die steeds meer de toon bepalen van
het gezelschap in de twintigste eeuw, dan worden de
kosten hoofdelijk omgeslagen over de leden die één
of twee jaar lid zijn van het gezelschap. Want daarna
promoveer je tot honorair lid en teer je - net als in de
voorbije tijden van de groensenaten- op de zak van de
jongerejaars, de juungsjes, bij Non Sordent.
De bijgestelde formule van het gezelschap blijkt
aan te slaan, want met veel belangstelling en gedruis
kan op 3 december 1915 het eeuwfeest gevierd wor
den. In dat jaar wordt er de gouden Zeeuwse stan
daard verlaten. Non Sordent opent haar poorten voor
anderen dan de zuiver Zeeuwse elite waarvoor het
gezelschap werd opgericht. 'Bij uitzondering kunnen
tot leden ook toegelaten worden degenen, die hoewel
niet voldoende aan de vereischten van artikel beho
ren tot geslachten, die als zuiver Zeeuwsche worden
erkenden wier Zeeuwsche gevoelens duidelijk zullen
gebleken zijn.'
De categorie die nu wordt aangeduid als 'badgas
ten' is geboren. Een beperking blijft wel, dat je moet
worden uitgenodigd om na een Zeeuwse ontgroening,
ook volwaardig lid - boer - van het gezelschap te
zijn. Door deze maatregel steeg het gemiddelde aan
tal leden van Non Sordent van 12 in de negentiende
eeuw, tot 30 a 40 in de vorige eeuw. Waarmee het een
exclusieve club bleef. Sterker nog, het aantal Leidse
studenten vervijfvoudigde in de afgelopen twee eeu
wen, terwijl het aantal leden van Non Sordent met
een factor twee of drie toenam. Statistisch gezien
werd de Zeeuwse club steeds exclusiever. En dat ook
binnen het Leidsche Studentencorps. Dat telt in 2015
circa 1700 leden, Non Sordent iets meer dan 30. Het
aandeel van ouderwetse Zeeuwse elite binnen Non
Sordent nam overigens af. De meeste leden behoren
nu tot de categorie van de badgasten.
Non Sordent werd wel steeds Leidser, zij het dat
sommige Zeeuwse tradities gehandhaafd bleven, met
wellicht als belangrijkste, dat het Zeeuws de voertaal
is bij de vergaderingen van het gezelschap.
35