bijdrage was gewijd De tekening toont leden van Non
Sordent in 1847 in hun studentenkamer. 'Het tafereel
stelt', aldus het artikel, 'een ruime kamer voor, een
voudig maar gerieflijk gemeubileerd'.
Het gezelschap telt zes personen en is geschaard om of
bij een ronde tafel, waarop wijnflessen, glazen en sigaren.
Links, op een stoel gezeten en bezig een fles te ontkurken,
Jean Henri de Laat de Kanter. Hoewel te Amsterdam in
1825 geboren; zal hij bij zijn aankomen afkomstig zijn
geweest uit Goes, waar zijn vader enkele openbare betrek
kingen vervulde en waar ook zijn moeder thuishoorde. Na
het beëindigen van zijn studie in de rechten vestigde hij zich
als advocaat en procureur te Goes, trouwde aldaar Johanna
Maria van den Bree en overleed er in 1883.
Schuin achter hem staat Thomas Adriaan
Lambrechtsen, bezig uit zijn tabaksdoos een korte pijp te
stoppen. Het pijpfoedraal ligt geopend op de kachel. Hij
draagt een, ook in die jaren in de mode zijnd schots geruit
vest en het korte ringbaardje, dat in ons land het tijdperk
van Koning Willem II kenmerkt. Th. A. Lambrechtsen
stamde uit een oud Zeeuws geslacht, ook van moeders
zijde. Hij was geboren te Middelburg in 1825, waar zijn
vader hoge openbare betrekkingen vervulde. Zelf trouwde
hij, na het volbrengen van zijn studie in de rechten,
in zijn vaderstad, Jonkvrouwe Maria van Reigersberg
Versluys, werd burgemeester van Ritthem, lid van de Pro
vinciale Staten en van Gedeputeerde Staten van Zeeland
en overleed te Middelburg in 1879.
Op de voorgrond, in het midden, de vermoedelijke
gastheer, Nicolaas Comeus Lambrechtsen, na het over
lijden van zijn vader heer van Ritthem. Ongedwongen
zit hij op zijn stoel, de linkerarm steunend op de tafel, in
de hand een glas wijn, de rechterarm nonchalant op de
J.P. Berghaus, Zes Leid se studenten, 1847. In Jaarboekje voor
geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en omstreken, 7959.
Leiden: Verenging Oud-Leiden, 1959. In het jaarboek de vermel
ding: 'Een tekening uit 1847, waarvan heden nog niet bekend is
waar deze zich bevindt, maar waarvan wij een fotografische repro
ductie bezitten.'
stoelrug steunend, met een sigaar tussen de vingers. Hij is
bepaald een dandy, getuige zijn schotsgeruite pantalon en
bijbehorende jas, om de hals de geknoopte lange slipdas.
Evenals zijn één jaar jongere broeder is hij jurist, geboren
te Middelburg in 1824, en blijft na zijn promotie zijn
vaderstad trouw, waar hij lid van de gemeenteraad en
wethouder wordt. Te Middelburg trouwt hij Jonkvrouwe
Constantia Magdalena Van Panhuys en eindigt er zijn
dagen in 1895.
Achter de tafel zitten op een canapé twee Rotterdam
mers, links Gerard Combertus Burger, aldaar geboren
in 1825. Na zijn Leidse jaren keerde hij naar Rotterdam
terug, vestigde zich daar als advocaat en procureur en
overleed er, ongehuwd, in 1889. Naast hem, rechts, in
hemdsmouwen, Adriaan Mari van Oordt, geboren te
Rotterdam in 1824. Na zijn promotie koos hij het burge
meestersambt en vervulde dit eerst te Westervoort, later te
Ermelo. Misschien viel zijn keuze op het in die tijd rus
tige bestaan van een plattelands Burgemeester, ten einde
zich te kunnen wijden aan zijn publïkaties op muzi
kaal gebied. Van Oordt trouwde in 1853 met Apolonia
Deverharda de Fijne en overleed te Ermelo in 1898.
En zo zijn we dan gekomen bij de nestor van
het gezelschap, Mr. Nicolaas Johan Cornelis Snouck
Hurgronje, gezeten rechts bij de tafel in een stoel met
beklede zitting en armleuningen, (de andere stoelen heb
ben een biezen zitting). Hij heeft de smalle ringbaard
en draagt een schotsgeruit vest met revers. In de linker
hand houdt hij een sigaar en heft met de rechterhand de
'pokel', een grote glazen beker met voet, waarschijnlijk een
Boheems product van het soort dat bij onze grootouders
waardering vond. Ook hij is een Zeeuw, geboren te Mid
delburg in 1822 en, door zijn moeder Johanna Adriana
Maria Lambrechtsen, een neef van de gastheer en diens
broer. Na zijn promotie, 2 juli 1847, en zijn huwelijk met
Jonkvrouwe Albertina Wilhelmina Versluys, diende hij
zijn stad als wethouder, zijn eiland als raad van de Polder
Walcheren en zijn provincie als lid van Gedeputeerde Sta
ten. Hij overleed te Middelburg in 1893. Wij mogen er nog
op wijzen, dat de echtgenoten van Snouck Hurgronje en
Thomas Adriaan Lambrechtsen ook nichten waren'.
28