DONATIËN, PERTURBATIE EN BOETES
kluten in het kerkenzakje
Hoe houd je een groep van twaalf nette jonge Zeeuw
se studenten in bedwang? De vraag dringt zich op
als je door de Wetten, de huisregels van Non Sordent
bladert. In 1823 was dat een pakket van 133 regels,
waaraan de leden van Non Sordent zich moesten
houden. Vier van hen waren bestuurslid, de overige
maximaal acht moesten bestuurd worden.
De vraag rijst of 133 wetten, met daarin een heel
pakket aan financiële sancties, niet wat veel is om
zo'n klein clubje van gelijkgestemde nette Zeeuwse
studenten in toom te houden. Zeeuwen zijn nuch
tere mensen en de kans dat deze jonge heren te veel
buiten hun schoenen liepen, was gering. Het waren
misschien geen lieverdjes, maar als 'zuunige' Zeeuw
waarschijnlijk vooral te treffen in hun portemonnee.
De boetes, de kluten die in het kerkenzakje van de pro
cantor verdwenen werden door de fiscus ingezameld en
later weer stukgeslagen bij het jaarfeest en bij uutjes.
In 1895 bedroegen de inkomsten van Non Sordent
450 gulden. Circa de helft daarvan was overgebleven
van het jaar ervoor. De nieuwe inkomsten bestonden
voor de helft uit jaarlijkse contributies van 13 gulden,
vermeerderd met een even hoog bedrag aan de boetes
die werden opgelegd, wanneer je je niet aan de Wetten
hield. Dat gold zowel voor bestuurlijke taken, als ook
voor het verstoren van de orde bij vergaderingen, per-
turbatie, het niet nakomen van afspraken en verplich
tingen, zoals het bij toerbeurt thuis ontvangen van het
gezelschap en het tekort schieten bij de echte missie
van Non Sordent: welsprekendheid en stijl, waarover
later in dit hoofdstuk meer. In 1895 vergde het grote
jaarlijkse feest niet minder dan 230 gulden.
Non Sordent sloot zich in 1815 bij Vis Unita
Fortior aan. Blijkbaar voelden de Zeeuwen zich,
anders dan veel nieuwe Leidse studenten, het meest
thuis bij een elitaire broederschap. Vis Unita Fortior
dateert van 1799 en trok in eerste instantie vooral
studenten uit de provincie. Het hield zich afzijdig
van de andere groensenaten, die met elkaar in hef
tige concurrentie gingen om nieuwe studenten te
21