Willem Imandt, Bomengroep in de Preanger, ca. 1924. Olieverf op doek, 60 x 80 cm. Foto: Anda van Riet.
zijn doeken als voertuig, welbeschouwd in de tradi
tie van de romantische landschapschilderkunst. Hij
maakte het landschap gesloten. Aan weerszijden van
het beeld twee rotswanden bijvoorbeeld, of bomen
die de ruimte omsluiten. De blik van de kijker wordt
daarmee onontkoombaar het centrum ingezogen.
Ook de horizon sloot hij af door een hoge bergrug
waarachter het licht vagelijk gloort. Zo schiep hij een
gesloten wereld die door coulissen omzoomd wordt.
Het is alsof hij het panorama dat de verrekijker bood
steeds meer naar zich toe haalde. Zo inzoomend
transformeerde hij het landschap tot een intieme
ruimte. Tegelijk vervaagde daarmee meestal ook het
beeld, alsof hij de kijker weg wilde leiden van het al te
concrete en banale. Alsof hij zeggen wilde: er is meer
dan wat wij zien. Er is een wereld achter de dingen,
een wereld van het gevoel dat zich nooit helemaal rati
oneel laat verklaren, maar waarvan de Indische natuur
bij uitstek de draagster is.
Dat was de ontwikkeling die hij al schilderend
doormaakte: van het algemene naar het individuele,
van de overweldigende natuur naar de contempla
tieve ziel. Dat is natuurlijk bij uitstek een uitgespro
ken romantisch concept. Hij versterkte dat door de
beschouwer het gevoel te geven dat het landschap
hem in zich opneemt. Door een natuur te verbeelden
65 Zeeuws Tijdschrift 2015 1-2