Willem Imandt, Cezicht op de Semeru, Java. Olieverf op doek, 80 x 150 cm, wordt 2 juni 2015 geveild bij het Zeeuws Veilinghuis.
Imandts schilderijen haar aanspraken, nam ze hem
tot onderwerp. Ze stelde een plakboek samen dat
naast een korte levensbeschrijving van Imandt foto's,
schetsen, kleine schilderijen en krantenartikelen
bevat. Deze schetsen zijn de enige die nog overge
bleven zijn. 'Hij woonde op de begane grond samen
met zijn vrouw die licht dementerend was in een
L-vormige tweepersoonskamer met uitzicht op het
Zuiderpark en de Loevesteinlaan. Hij was 1.65, had
blauwe ogen en grij s haar en was nog helemaal bij
de tijd. Hij was meestal opgewekt en kwam helemaal
niet oud over. Hij schilderde niet meer maar biljartte
nog wel want dat was zijn passie. Over zijn verblijf
in het Jappenkamp heeft hij net als mijn vader nooit
gesproken. Ze kregen niet veel bezoek maar dat is bij
de meeste oude mensen zo. Zijn nieren functioneer
den echter slecht en daar had hij wel last van.'
Hij stierf op zaterdag 17 juni 1967. Als doodsoor
zaak werd 'falende nieren' genoteerd. In een sobere
overlijdensadvertentie werd van zijn schilderschap
geen gewag gemaakt. Hij werd op 21 juni begraven in
het familiegraf op de R.K. begraafplaats aan de Kerk
hoflaan in Den Haag. In september 1967 werd een
gedenksteen op zijn graf geplaatst met als opschrift
Wilhelmus Jean Frederic Imandt geb. 26 aug. 1882
overl. 17 juni 1967. Respectievelijk in 1974 en 1986
werden in het familiegraf zijn vrouw en zijn zoon
Johnny bijgezet. Het graf werd in 1997 geruimd.
Volgens Elisabeth zou als grafschrift 'Hij wandelde in
de schaduw van de meester' gepast zijn geweest want
wanneer hij niet in de schaduw van zijn schilderschap
liep, deed hij dat zeker in de schaduw van God want
hij bleef tot het einde van zijn leven diepgelovig. In
kunstbladen werd voor zover ik kon achterhalen geen
aandacht besteed aan het overlijden van Imandt. Het
jaar van zijn overlijden zou met enige overdrijving
beschouwd kunnen worden als het jaar waarin de
belangstelling voor de Indische schilderkunst een
absoluut dieptepunt bereikte. Imandt leefde na zijn
terugkeer niet alleen in zijn eigen schaduw, maar
voelde zich net als veel voormalige bewoners van
Indonesië uit het aardse paradijs verstoten. Hij stierf
in de zekerheid dat hij in het hemelse welkom zou
zijn.
57 Zeeuws Tijdschrift 2015 1-2