genomen. Hij zal wel verbaasd opgekeken hebben dat
er midden in het dorp een café was gekomen dat 'In
Ned. Oost Indië' heette. De naam van het café getuigt
ervan hoezeer de gordel van smaragd tot in de haarva
ten van het moederland was doorgedrongen.
In zijn geboortestreek zou hij via familie en vrien
den nog vele schilderijen slijten. In het dorp was hij
een bekende schilder, maar alleen de rijkeren konden
zich zijn werk permitteren. Het was bij hen bonton
voor feestelijke gelegenheden (trouwerijen of vierin
gen daarvan) een schilderij bij Imandt te bestellen. Zo
heeft bijvoorbeeld rentmeester Rottier op die manier
een aantal werken van hem in bezit gekregen. De
familie Hertogh in Stoppeldijk waaraan hij geparen
teerd was, kreeg een schilderij van de Bromo cadeau.
Wat we weten over zijn verblijf in het Land van
Waas werd door zijn dochter Elizabeth verteld. 'Vlak
na onze terugkeer was er in september 1929 de beurs
krach. Die had wel wat invloed maar kennelijk had
mijn vader voldoende middelen om te investeren in
een bioscoop en een café aan de Grote Markt in St.
Niklaas. We konden er gratis naar de film. Hij speelde
er ook regelmatig competitiebiljart. We maakten veel
uitstapjes met de auto naar Antwerpen waar we win
kelden en naar museums gingen. Mijn vader hield
erg van Rubens. We gingen naar het theater in Gent.
Ik herinner me de voorstelling Lucifer van Joost van
den Vondel nog levendig. In Brussel gingen we naar
de opera want dat was de liefhebberij van mijn moe
der die zelf ook aria's zong.
Mijn vader was ook veel op reis. Hij werd vooral
aangetrokken door landen rond de Middellandse Zee
waar hij met de trein naartoe ging. Hoewel hij over
wegend Indische doeken bleef schilderen, heeft hij in
die jaren in Sint-Gillis-Waas ook veel werk gemaakt
dat bijna Oriëntaals aandoet. Ik denk dan aan schil
derijen van Istanbul, een poortje in Marrakech, maar
ook marines van de rotsen bij Capri. Als hij dan terug
thuis was, zagen we hem nog niet veel want dan was
hij bezig de vele schetsen die hij gemaakt had in zijn
atelier uit te werken. Hij schilderde ook wel eens een
boerderij of bos uit de omgeving. Zijn werken bleven
ondanks de crisis goed verkopen en hoewel niet groot
had hij naast zijn familie ook een kleine vrienden-
schare. Zo bijvoorbeeld Frans Bohyn die hij uit Java
kende en die in 1931 naar St. Niklaas was terugge
keerd. Of hij in die stad heeft geëxposeerd, weet ik
niet.'
Imandt heeft in deze periode weinig geëxposeerd.
Twee keer deed hij mee aan groepstentoonstellingen
in het Parkhotel in Amsterdam dat sinds 1925 zulke
manifestaties organiseerde met kunst uit Nederlands-
Indië en Nederland. In 1934 en 1935 exposeerde
Imandt er samen met schilders die ook een Indische
achtergrond hadden, zoals Louis Stutterheim en de
Zeeuwse architect en schilder Cornelis van de linde
en schilders uit Amsterdam zoals Jan Daniël Fekkes,
Arend van de Pol en Dirk Homburg. Wellicht dat die
tentoonstellingen de aandacht van een Vlaamse journa
list op hem vestigden, die hem in oktober 1935 opzocht.
'In de Statiestraat van het landelijke St. Gillis-Waes
staat de mooie villa "Insulinde". Naam die toch aan
iets méér beantwoordt dan aan een exotische fantasie.
Want pas zijt gij binnengetreden of een monster
achtige krokodil van zoowat zes meter verwelkomt u
als gelooid voettapijt in de hall. "Een Souveniertje,"
glimlacht de kunstschilder, "van mijn altijd niet even
argelooze jachtpartijtjes in Nederlandsch-Indië".' Dat
hij wel meer zaken had meegenomen uit Indië blijkt
onder andere doordat in het huis van de vroegere
buren aan het begin van deze eeuw nog koloniale
meubels stonden die gemaakt zijn van citroenhout en
getooid met een gekkomotief.
Imandt bezat ook een plakboek met krantenknip
sels uit de Indische bladen over zijn tentoonstellingen.
'Wanneer de eenvoudige gastheer dan hartelijk aan 't
vertellen gaat van zooveel typische gebeurtenissen, die
hij tijdens zijn 22-jarig verblijf in de tropen heeft mee
gemaakt, wanneer zijn ingehouden enthousiasme voor
de majestatische Java-natuur stilaan loskomt, geraakt
men ongemerkt maar onweerstaanbaar betooverd onder
zijn boeiende evocaties van de schoonste streek der
aarde, die gordel van smaragd Willem Imandt is
zwijgzaam geworden, als hij u brengt voor enkele van
zijn groote doeken. Staande voor dit schilderwerk past
ons inderdaad niets anders dan ontroerd stilzwijgen
Het is niet te veel gezegd, dat Imandt werken heeft
geschilderd, welke op eene eereplaats in de musea
verdienen te hangen.' De auteur van het artikel bleek
niet onbekend met de Indische schilderkunst. 'In tegen
stelling met veel andere tropische schilders behandelt
Imandt uitsluitend landschappen en marines, hij blijft
uitsluitend bij de natuur, zonder zich te vermoeien in
exotische eigenaardigheden in Javaansche snufjes en
bevreemdende hoekjes en typen. Hij is oprecht en een
voudig in zijn werk, zooals in zichzelf, hij wil de Wester-
49 Zeeuws Tijdschrift 2015 1-2