'Monsieur Imandt ses enfants, Septembre 1924'. Op de foto staan van links naar rechts Wim, Gerard, Louise en Willem Imandt.
bij Tjikadjang waarbij 'werkelijk de droomerige sfeer
om deze eeuwenoude reuzen mede aanvoelt'. Een
van die schilderijen is te zien op een interieurfoto
van Frans Bohyn, een Franstalige Belg, die manager
was van de rubberplantage Tjimangsoed bij Tjipatat.
In het fotoalbum van de familie Bohyn stond 'Mon
sieur Imandt ses enfants, Septembre 1924'. Zij
waren waarschijnlijk bevriend omdat Bohyn met
ene Gerarda van den Branden uit St. Jansteen was
getrouwd.
Over het werk van de tentoonstelling van de Bata-
viasche Kunstkring van 8 tot 17 augustus 1924 schrijft
een recensent: 'Treffend zijn ook beide stukken van
W. Imandt om de compositie en de forsche welver
zorgde uitvoering.' In 1925 zond Imandt een schilde
rij van een vulkaan in. De recensent van Het Indisch
Leven was ermee ingenomen. 'Naast veel middelmatig
werk hing er ook menig opmerkelijk doek [onder
andere] "Den Westelijke helft van den Kawah-Idjen"
door W. Imandt.' Elders wordt er langer bij de inbreng
van Imandt stilgestaan. 'W. Imandt is er met een knap
uitgewerkte Boeroeboedoer fragment, en verder met
een merkwaardig groot stuk dat "Den Westelijke helft
van de Kawah-Idjen" voorstelt. Wel heel gedurfd, om
dat groenrimpelloze egale vlak van het kratermeer
daar zoo neer te spreiden, tusschen plooige aan een
kant sombere en de andere kant zonbelichte bergen.
Maar het resultaat is verrassend en dit schilderij is
er een van de meest belangwekkende dezer expositie
door geworden.' Voor de rest vond de recensent er
weinig nieuws: 'We draaien zoo ongeveer in hetzelfde,
nogal kleine kringetje rond.'
Zoals eerder gezegd had de vulkaan vanaf zijn
aankomst in Indië indruk op Imandt gemaakt en
vanaf die tijd maakten schilderijen van vulkanen deel
uit van zijn repertoire, al waren ze zeker bij de kopers
niet het meest gewild. Uit vele berichten in de diverse
Indische kranten blijkt dat Imandts werk in het bezit
kwam van vele Nederlandse koloniale ambtenaren.
Die berichten waren enerzijds journalistiek van aard
39 Zeeuws Tijdschrift 2013 1-2