Willem Imandt, Rijstschuurtje in de buurt van Soerabaja, ca. 1914. Olieverf op doek, 30 x 42 cm. Op de achterkant van het werk een zegel van de Fotografie Kunsthandel N. van Wingen te Semarang en Soerabaja. Foto's: Marianne Perdaen. Uwe Hoogheid overlaten den prijs vast te stellen.' Hoeveel hij er uiteindelijk voor kreeg is niet bekend, maar Mangkunegoro VII was er kennelijk zeer mee ingenomen. Waarschijnlijk aangemoedigd door deze aankoop, zond Imandt werk in voor de kersttentoonstelling van de Nederlandsch-Indische Kunstkring Batavia in 1915. Hij kwam van een koude kermis thuis want een recensent schreef een ver nietigende kritiek over zijn werk. 'Slecht is ook 50B "Avondstemming in de Minahassa" van den heer Imandt. Dat het doek van een "iemand" zijn zou, is eene vergissing, daarvoor is het te onpersoonlijk en ook voor het overige lijkt het 't meest op een spin- nekop boven een marmeren tafel.' Het zou vijf jaar duren voordat hij zich weer op een tentoonstelling van die kunstkring liet zien. In Oost-Java waar hij woonde, waren voldoende expositiemogelijkheden, en niet alleen in de meer elitaire sociëteiten en kunst kringen maar ook op de pasar malams waar vooral de Indonesische bevolking kwam die exotische schilde ringen van westerse landschappen kocht. Over de ten toonstellingen in de sociëteiten en kunstkringen werd in de Nederlandstalige dagbladpers zelden bericht. In maart 1916 exposeerde Imandt in de sociëteit in Yogyakarta. De recensent vond zijn werk in verge lijking met het jaar daarvoor verbeterd, maar het mist nog steeds de 'Oosterse belichting' zoals in het werk van Dake en Eland. Het is voor de eerste keer dat hij in verband gebracht wordt met deze zogenoemde Mooi Indië-schilders en het zou zeker niet de laatste keer zijn. De recensent vermaant hem aan de kunst te blijven denken en niet zozeer aan business. Hij moet vooral studie maken van het licht en de lucht van de Indische natuur en landschap zoals de fris groene sawa's, de ijl-blauwe bergen en de brandende zonnegloed. In Imandts latere oeuvre zijn daar vele voorbeelden van terug te vinden. Toch is de recensent ingenomen met het werk want 'Waarachtige kunst is in Indië zoo schaarsch, dat wij reeds tevreden mogen zijn wanneer wij iets te zien krijgen wat ons kunstge voel streelt.' Imandt moet zich evenwel op bepaalde thema's gaan toeleggen. 'Imandt is nog steeds zoeken de naar wat hem het meest aantrekt want zoowel zee gezichten als sawah's, Indisch bergland als Hollandse 26 Zeeuws Tijdschrift 2013 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2015 | | pagina 26