EEN WETENSCHAPPELIJKE AGENDA VOOR ZEELAND
tekst Ger Rijkers
Zeeland kent een lange wetenschapstraditie - denk
aan het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen,
of het Natuurkundig Gezelschap der Dames, beide
opgericht in de achttiende eeuw en het eveneens
door Zeeuwen opgerichte Bataviaasch Genootschap
voor Kunsten en Wetenschappen. Ook vandaag wordt
in Zeeland op een aantal plaatsen wetenschappelijk
onderzoek verricht, zoals binnen het NIOZ, Imares
en het Roosevelt Study Centre dat lid is van Leiden
Global, een samenwerkingsverband van acht weten
schappelijke instituten. De HZ University of Applied
Sciences doet steeds meer wetenschappelijk onder
zoek, onder andere binnen zijn expertisecentra. Aan
het University College Roosevelt, academisch verbon
den aan de Universiteit van Utrecht, wordt onderzoek
gedaan en begeleiden de hoogleraren promovendi.
Het Zeeuws Archief, Scoop en het Genootschap
doen onderzoek en publiceren daarover. Een flink
aantal bedrijven heeft een Research en Development-
afdeling waarin meer fundamenteel onderzoek wordt
gedaan, zoals bij DOW Chemical. Binnen de econo
mische topsectoren (zie onder) zit vaak ook een ken
niscomponent - al is die vaak slechts bescheiden. Een
gunstige uitzondering zijn de inspanningen op het
gebied van de biobased economy, waar een aanzienlijke
onderzoekscomponent in zit.
Bovengenoemde partijen hebben zich verenigd
in de zogenoemde Wetenschappelijke Raad Zeeland
(WRZ), die in 2006 is opgericht. De WRZ heeft als
doelstelling het versterken van samenwerkingsrelaties
tussen deelnemende instellingen om aldus te komen
tot een samenhangend wetenschapsbeleid voor
Zeeland. De raad geeft ook gevraagd en ongevraagd
advies aan de Provincie Zeeland én aan andere orga
nisaties en instellingen, in feite aan iedereen met een
hart voor wetenschap.
Van fundamenteel en toegepast onderzoek
Onder wetenschappelijk onderzoek wordt onderzoek
verstaan volgens de wetenschappelijke methode. De
eerste en belangrijkste drijfveer voor het verrichten
van wetenschappelijk onderzoek is de aangeboren
nieuwsgierigheid: curiosity driven. Johannes Goed-
aert (1617-1668) is een prachtig voorbeeld van een
wetenschapper die de metamorfose van insecten
bestudeerde omdat hij wilde weten hoe het zat. Naast
wetenschapper was hij ook kunstschilder, een waar
devolle, maar helaas zeldzame combinatie, zodat hij
zijn bevindingen in prachtige boeken heeft vereeu
wigd. Pieter Zeeman (1865-1943) was gefascineerd
door 'delen, kleiner dan atomen' en zijn experimenten
leverden belangrijk bewijs voor de kwantummechani
ca. In 1902 ontving hij, samen met Hendrik Lorentz,
de Nobelprijs voor Natuurkunde. Goedaert en Zee
man zijn Zeeuwse voorbeelden van fundamentele
biologische en natuurkundige onderzoekers. Dit type
onderzoek heeft geen directe economische impact.
Het vormt echter een onontbeerlijk fundament
waarop later toegepast onderzoek geënt kan worden.
Anders geformuleerd: een bestendige en duurzame
kenniseconomie vereist een basis van fundamenteel
onderzoek. De resultaten van wetenschappelijk onder
zoek kunnen dus direct toepasbaar zijn binnen de
maatschappij of het bedrijfsleven, maar zij kunnen
ook meer fundamenteel van aard zijn, of bijdragen
aan een beter begrip van de wereld om ons heen.
Tegelijkertijd is toegepast onderzoek evenzeer van
groot belang! Praktische problemen, bijvoorbeeld in
het management van water of in grote infrastructu
rele werken (havens, dijken en dammen) vragen om
praktijkgericht onderzoek. De vraagstelling bij dit type
onderzoek is probleemgestuurd, de resultaten van het
onderzoek dragen bij aan de oplossing.
Om een aantal redenen is het belangrijk om
specifieke wetenschapsgebieden te identificeren die
binnen Zeeland verder ontwikkeld zouden kunnen
(misschien zelfs: moeten) worden. Kennis hangt
onlosmakelijk samen met innovatie: kennis leidt tot
innovatie, innovatie vergt kennis. Zowel landelijk als
internationaal zijn er dan ook grote onderzoeksfond
sen beschikbaar - zoals Horizon2020 - waarbij het
van belang is om eerst een eigen wetenschappelijke
focus te ontwikkelen. Wetenschappelijk onderzoek
creëert banen, niet uitsluitend voor hoogleraren
55 Zeeuws Tijdschrift 2014 4-5