Potloodtekening van Louis van Roode van zittende danseres, die van november 1949 tot januari
1950 te zien was op de expositie van de monumentale kunstbeweging Groep R in het Stedelijk
Museum Amsterdam
Tijdens de wederopbouw na afloop van de Tweede
Wereldoorlog specialiseert een groep Rotterdamse
kunstenaars zich in het toepassen van monumentale
kunst zoals muurschilderingen, plastieken en moza-
ieken. Een van de belangrijkste exponenten daarvan
is Louis van Roode (1914-1964), die zich vanaf 1948
gaat toeleggen op aan de architectuur gerelateerde
kunstvormen. Hij doet dit in samenwerking met
bekende architecten uit die tijd.
Katendrechtse jeugd en opleiding
Aloysius Maria (Louis) van Roode wordt op 20 juni
1914 geboren in Delft als tiende uit een gezin van elf
kinderen van schipper Marcus van Roode en Catha-
rina Bonnet. Marcus, een streng gelovig katholiek,
gaat kort na de geboorte van Louis een fietsenzaak en
vervolgens een boekwinkeltje in Rotterdam beginnen.
Zoon Louis is een eenzame jongen die afdankertjes
van zijn oudere broers moet dragen en weinig vriend
jes heeft in Katendrecht waar hij opgroeit. Hij schuwt
de sociale omgang, heeft last van complexen en raakt
in een geloofscrisis waarschijnlijk als gevolg van zijn
dwingende katholieke opvoeding. In de loop van de
tijd weet hij zich hieraan te ontworstelen maar blijft
tot het eind van zijn leven depressieve perioden ken
nen. Al vroeg blijkt Louis' aanleg voor het tekenen van
portretten. Op zijn veertiende jaar gaat hij als leerling
lithograaf werken bij de drukkerij van Cornelis Immig
jr., waar hij voldoende vrijheid geniet om zich verder
te ontwikkelen en grafische technieken te leren.
In 1930 volgde hij de avondcursus bij de Academie
voor Beeldende Kunst en Technische Wetenschap
pen in Rotterdam. Daar krijgt hij les van de graficus
Antoon Derkzen van Angeren, die met zijn extroverte
natuur en realistische benadering eigenlijk Louis'
tegenpool is. Hij opent een nieuwe wereld voor Louis
die daardoor meer in contact met de werkelijkheid
komt en vat op zijn leven krijgt. Hij neemt een lossere
houding aan en weet vrienden en kennissen te ver
maken door gechargeerde verhalen over zijn jeugd te
vertellen. Na vijf jaar is hij volleerd graficus.
Hij maakt kennis met Clazina Dissel met wie hij
in 1936 trouwt. Ze vertrekken naar Arnhem, waar hij
een jaar bij een grafisch bedrijf gaat werken. In deze
7 Zeeuws Tijdschrift 2014 1