Nadagen
De gemeente Rotterdam kondigt in augustus 1957
aan dat alle kunstenaars moeten verdwijnen uit de
ateliers aan Hertekade en Bolwerk. Hij en een paar
andere kunstenaars krijgen een leegstaande boerderij
aan de Smeetlandsedijk toegewezen. Deze boerderij
met omringende grond blijkt een ideale locatie voor
het uitvoeren van grote kunstwerken in de schuren,
dan wel op het terrein tussen de boomgaarden. Van
deze ideale locatie zou de kunstenaarsgemeenschap
niet lang kunnen genieten. Reeds in i960 gaat de
gemeente bij IJsselmonde in het kader van de stads
ontwikkeling een nieuwbouwwijk ten zuiden van de
rijksweg naar Dordrecht ontsluiten.
Enkele jaren nadat ook de opdracht voor het moza-
iek voor de hoteltoren van Britannia is uitgevoerd,
raakt het leven van Van Roode in een neerwaartse
spiraal. De gemeente Rotterdam maakt in 1963 een
totaalplan voor IJsselmonde en omgeving, waarin van
de oude kernen niets meer overblijft. Daarmee gaat de
gemeenteraad akkoord en is het doodvonnis over IJs
selmonde geveld. Van Roode krijgt nog wel een alter
natieve boerderij aangeboden, maar hij kan de verhui
zing zowel psychisch als fysiek niet meer opbrengen.
(links) 'Vrienden van het Brit' vormen een cordon en houden ver
dere sloop tegen, 2010. Foto: Firi den Hoed
(midden) Mozaïek onder het puin, 2010; (rechts) Na bekisting en
uitzagen wordt het mozaïek verplaatst. Foto's: A.A.J. Poppe
(onder) Vissen, afgebeeld op het mozaïek van Brittania (detail).
Foto's: D. Roos jr.
Lotte Stemmann, zijn tweede vrouw, verlaat hem kort
na aankomst op de Smeetlandsedijk en vervolgens
krijgt hij een verhouding met Jeanette Markus, de
vrouw van Alfred Kossmann. Over die woelige periode
schrijft zij haar autobiografische werk De schilder, de
schrijver en ik (Markus, 1980).
Bij dat al gaat hij sukkelen met zijn gezondheid
en wordt regelmatig door depressies overvallen waar
door hij in een ziekenhuis of kliniek moet worden
opgenomen. Zijn overmatig drankgebruik is daar
mede debet aan. Bovendien is zijn financiële positie
zorgelijk. Deze situatie gevoegd bij de problemen met
de opdrachtgevers brengen hem er op 18 januari 1964
toe een einde aan zijn leven te maken. Het laatste
gebaar van een kunstenaar die tot een van de groten
van de monumentale wederopbouwkunst kan worden
gerekend.
Literatuur
Bakx, H.W. (2011). J.W.C. Boks (1904-1986) architect. Rotterdam:
Stichting Bonas.
Cate, G. ten (2003). EGM Architecten. Rotterdam: Uitgeverij oio:
Markus, J. (1980). De schilder, de schrijver en ik. Haarlem: Nijgh
Van Ditmar.
Iongh, E. de Heijbroek, W. (2008). Hotel Britannia, monu
ment from the reconstruction period. In Proceedings 10th
International Docomomo Conference Rotterdam 2008 (pp. 529-
530). Barcelona: Docomomo
Met dank aan Robi van Roode, het Rijksinstituut voor Kunst
historische Documentatie (RKD) in Den Haag, het Centrum
voor Beeldende Kunst (CBK) in Rotterdam, restauratiebedrijf Art
Conservation in Vlaardingen en de Stichting Cultureel Erfgoed
Zeeland. Dit is een door de redactie van het Zeeuws Tijdschrift
bekorte versie van de te verschijnen monografie Louis van Roode
(1914-1964): 'Meester in Monumentaal Maatwerk' van de hand
van Willem Heijbroek.
25 Zeeuws Tijdschrift 201411