Hotel Britannia in Vlissingen, vooraanzicht vanaf Boulevard Bankert, 1960. Foto: Gemeentearchief Vlissingen
Hotel Britannia
Architect Joost Boks uit Rotterdam is erg geïnteres
seerd in beeldende kunsten die samengaan met archi
tectuur, liefst nog in combinatie met een interieur dat
ontworpen is door zijn vaste medewerker Carel Wirtz,
om zo tot een totaalconcept te komen. In 1950 reist
Boks naar de Amerikaanse oostkust om de zogenoem
de Shake Hands-hotelbouw te bestuderen. Bij deze
architectuurvorm wordt de centrale betonconstructie
ingevuld met wanden van baksteen. Boks neemt de
Shake Hands over, wat hem de nodige opdrachten
oplevert.
De eerste is het Delta Hotel in Vlaardingen,
waarvoor hij een bijzondere hoteltoren ontwerpt.
Deze is aangebouwd tegen een café-restaurant op
de begane grond, dat voor een deel op poten in de
Nieuwe Waterweg staat. Zijn tweede hotel, Britannia
aan de Boulevard Evertsen in Vlissingen, heeft een
duidelijk ander karakter. Voor de bouw en exploitatie
wordt een consortium gevormd. De ambitieuze plan
nen van Boks voor twee hoteltorens blijken echter
financieel onhaalbaar. Wel slaagt hij erin met een
beperkt budget eerst het paviljoen, dat uit twee hori
zontaal gelaagde verdiepingen bestaat, te bouwen. Een
gedeelte wordt als vide ingericht, met daaromheen
een binnenbalkon, wat een sterke ruimtelijke werking
geeft met prachtig uitzicht op de Westerschelde. Naast
het restaurant bevindt zich een feestzaal voor 500 per
sonen, die vanaf het balkon bereikbaar is en ook een
aparte ingang aan de andere zijde van het paviljoen
heeft. De ramen van de foyer aan de voorzijde zijn
harmonicagewijs loodrecht op elkaar geplaatst, en bie
den daardoor een wijds uitzicht en tevens beschutting
aan degenen die op het terras zitten (Bakx, pp. 24-27).
Keramisch mozaïek
Over het balkon op de verdieping van het paviljoen
loopt een fries van 1,2 meter hoog door aan de voor
kant en bij de centrale ingang (niet meer aanwezig)
naar binnen, waar het zich voortzet over drie wan
den van het restaurant. Aan de andere zijde waar de
ingang is, loopt het weer naar buiten, maakt twee
20 Zeeuws Tijdschrift 2014 1