Letters
Een zeer nieuwsgierig meisje stapte in het
voorjaar van 1964 op de fiets om als enige
van haar minischooltje in Zaamslag (een
openbare school met in totaal 16 kinderen)
twee weken lang een proefklas te bezoe
ken: de proefklas van het Petrus Hondius
Lyceum. Er was toen nog geen keuze,
maar ongetwijfeld zou ze van geen alter
natief hebben willen horen. De klassieke
naam Petrus Hondius (vergelijkbaar met
Vossius en Barleus, uit de boekjes met
proefexamens) beviel haar. En niet minder
het negentiende-eeuwse gebouw op de
Markt in Terneuzen, in haar ogen al even
majestueus als het ernaast gelegen kan
tongerecht. Samen met de schilderachtige
vissershaven aan de Scheldekade en niet
te vergeten de Zeedijk (die ze later met
haar vele kortstondige vrijers onveilig zou
maken), vormde de school het oude cen
trum van een verder niet erg mooie stad.
Van de proeflessen onthield ze vooral
'de jonge Cohen', de kleine wiskundele
raar die het leven ordelijk maakte en door
wie cijfers en formules een vriendelijk
gezicht kregen. En de bevlogen heer Klok
- ook al niet groot - die het ene geologi
sche fenomeen na het andere al pratend
moeiteloos op het bord tekende. Alsof hij
ze zó uit zijn eigen brein het jouwe in
kon dirigeren.
Aan hen zou het niet liggen dat ik
uiteindelijk toch voor de alfavakken
koos. Dat was natuurlijk vooral genetisch
bepaald met een vader die kunstschilder
was en een textiellerares als moeder. Het
kwam in elk geval niet door de strenge
tekenleraar 'George', die de eersteklas
sertjes op alfabet zette en hen letters liet
kalligraferen.
Naarmate de jaren zestig vorderden,
kwam er ook in Terneuzen, en zelfs op
het gymnasium, af en toe een leraar
voorbij die de leerlingen aansprak op hun
eigen creativiteit. Erg veel orde hielden ze
niet, de kunstgeschiedenisleraar die een
wereldmuseum aan het oprichten was
ergens aan een armoedige kaai in Ant
werpen - dezelfde wijk die nu tot hot spot
is verklaard. En de muziekleraar die ons
bij binnenkomst soms overviel met de
luide klanken van een pianoconcert van
Tsjaikowski, of die op de vleugel zomaar
wat andere klassiekers voor ons speelde.
We kregen voor die vakken, geloof ik,
geen cijfers. We hoefden er niets voor te
doen. Maar wel mocht ik de muziekleraar,
Rudolf Perdeck, een groot boeket bloe
men geven toen een van zijn composities
voor orkest werd uitgevoerd in het Zuid-
landtheater, waar de school inmiddels
naartoe was verhuisd.
Decennia later, toen ik zelf een kind
kreeg, wilde ik een eigen school oprichten.
Zo'n school waar ik voor één van mijn
publicaties over las, bedacht door wereld
verbeteraars: gevestigd in een oud gebouw,
in een mooie omgeving, zonder rapporten.
Een school waar de persoonlijke ontwik
keling van het kind centraal stond en
waar liefdevol werd opgevoed, met goede
muziek en kunst. Mijn eigen kind is
gewoon naar de dorpsschool gegaan. Nu,
terugkijkend, besef ik pas dat het Petrus
Hondius zo gek nog niet was. En passant
heb ik er leren rekenen, snap ik iets van
gletsjers en witte steenkool. En kan ik
prachtige letters schrijven. Als ik dat wil.
Saskia de Bodt, gymnasium-a 1964-1971
PH als vrijhaven
Na een grondige vooropleiding - twee jaar
hbs in Middelburg en vier jaar kostschool
- kwam ik in 1966 in de vierde klas van
de havo. Waarom in Terneuzen? Het
Petrus Hondius Lyceum was één van de
experimenteerscholen in Nederland voor
de havo. Ik had ook naar Lochem of bij
voorbeeld Dirksland kunnen gaan, maar
dat heb ik geweigerd. Ik kwam op voor
spraak van natuurkundeleraar Renaud
(een jaargenoot van mijn vader bij de
marine-opleiding) in de kost bij mevrouw
Spaas in de Leeuwenlaan. Na korte tijd
als steward op de Holland America Lijn
gewerkt te hebben meerde ik dus af in
Terneuzen.
Havo vier dus. Ik zat in de klas met
onder andere Jan van de Braak, Marlies
IJsebaert, Henny Borghsteijn, Marjo de
Putter, Ank van Strien, Hans Dieleman,
Saria de Smidt, Henk Mollema en Clary
de Feijter. In dat eerste jaar ontmoette ik
Ella de Bruijne, mijn huidige vrouw; een
gedenkwaardig moment.
Alles om het schoolgaan heen vond
ik prachtig, de schooltijd op zich vond ik
ellendig. Maar ja, wat wil je na jarenlange
onderdrukking op die kostschool. Dankzij
de goedkatholieke familie Spaas maakte