VOLKSHELD EN
HELD VAN DE WARE VRIJHEID
DE RUYTER
André van der Veeke
Michiel Adriaansz. de Ruyter is een volksheld. Zijn
afkomst, zijn karakter en zijn vermogen om een oor
logsvloot te leiden hebben hem daartoe voorbestemd.
Hij wordt al eeuwen geëtaleerd als een man van het
volk, maar dat hij als Zeeuw weinig met de Oranjes
op had, blijft meestal onderbelicht.
Een volksheld spreekt alle lagen van de bevolking
aan, vanzelfsprekend in het bijzonder de lagere regio
nen. Het is niet noodzakelijk dat de volksheld zelf uit
het 'volk' voortkomt of zich volks gedraagt. Een homo
fiele dandy als Pim Fortuyn kan evengoed de status
van volksheld bereiken.
Een volksheld hoeft ook geen grote intellectuele
prestaties te leveren of moreel hoogstaande daden te
verrichten. Hij kan zijn positie te danken hebben aan
zijn bekwaamheid in relatief triviale bezigheden als
sporten of acteren. Een voorbeeld van de moderne
volksheld bij uitstek is Dirk Kuyt. Zijn populariteit
als voetballer heeft echter niet alleen met zijn beroep
te maken. Het volk herkent in hem de Nederlander
zoals hij eigenlijk zou moeten zijn: een vlotte, harde
werker met zijn hart op de juiste plaats, jongensachtig
en toch serieus, sociaal bewogen, spontaan. Kortom,
de ideale schoonzoon zoals de sportpers hem graag
afserveert.
Een volksheld wordt soms door de elites gene
geerd of zelfs verguisd en vervolgd. In dit verband
mag ik opnieuw naar Pim Fortuyn verwijzen. Deze
lieveling van het volk kwam mede door de weerstand
die hij in de hogere regionen van de maatschappij
opriep ten val. De politieke elite creëerde nauwgezet
de omstandigheden die bijdroegen tot een geweld
dadige finale afrekening. De dader van de aanslag
was niet meer dan een - waarschijnlijk onvoorzien
- werktuig van de politieke elite die het op Fortuyn
had gemunt. Een expliciete samenzwering was daar
niet eens voor nodig.
Bij De Ruyter heb ik lange tijd het idee gehad dat
zijn volksheldendom werd gecomplementeerd door
een absolute bewondering van de maatschappelijke
elite. In zijn eigen tijd en in de eeuwen na hem. Mijn
mening had weinig met historisch inzicht te maken,
eerder met een gebrek eraan. Als kind sprak de figuur
van Michiel Adriaansz. de Ruyter natuurlijk tot mijn
verbeelding. Dat had te maken met zijn klimpartijen
in de kerktorens van Vlissingen. De meeste verhalen
over beroemdheden bevatten geen bijzonderheden uit
hun jeugd. Genoemde al dan niet verzonnen details
uit De Ruyters leven boden in elk geval aan geschied
schrijvers en volksopvoeders een absoluut houvast bij
hun pedagogische arbeid. Een gevaarlijke klimpartij
garandeerde de aandacht van de jeugd en die bood
bovendien gelegenheid om uit te wijden over de maat
schappelijke klim die volgde.
Als je maar je best deed kon je hoog eindigen.
Een voor de elite aantrekkelijker volksheld was niet
denkbaar. Juist vanwege die ongevaarlijke, brede
inzetbaarheid verloor de figuur van De Ruyter voor
mij haar glans toen ik zelf moest gaan nadenken over
leven en maatschappij. Wat had ik te maken met een
'gearriveerde' held, een held van iedereen. Een held
3 Zeeuws Tijdschrift 2006/5-6