latere leeftijd grijs werd. Hij boezemde gezag in door
de schranderheid, de vroomheid, de strengheid, de
matigheid en vermengd met dat alles, de vriendelijk
heid die hij uitstraalde.
Kijkt men naar de statieportretten die Ferdinand
Bol tussen 1666 en 1668 van De Ruyter schilderde,
dan valt op hoe knap hij diens karakter daarin nog
een plaats heeft weten te geven. Naarmate De Ruyters
roem steeg, verschoof het accent in de afbeeldingen
van de hem kenmerkende trekken naar uiterlijkhe
den. Geleidelijk werd zijn haar langer, zijn pak martia
ler, de attributen rijker en veelzeggender, zijn houding
zelfbewuster - vooral dat laatste langzaam aan, zijn
bescheiden aard verloochende zich niet - maar toch
was altijd wel iets van zijn karakter terug te vinden en
keerde op het allerlaatst de waarachtigheid volop terug
in het dodenmasker, de terracotta kop die Rombout
Verhulst in 1677 maakte als voorbereiding op het graf
monument in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.
Een Standert-zuil van 't Vaderland
Wat blijft? Straten en scholen zijn naar De Ruyter
genoemd, bankbiljetten en postzegels werden van
zijn beeld voorzien. Penningen, bekers, kinderboe
ken, dichtregels en zinnenprenten geven facetten van
zijn leven weer. Deelstudies en biografieën zijn er
voor wie meer wil weten. Musea bezitten prenten en
schilderijen waarop de held is afgebeeld, werken die
zich meestal in depot bevinden maar nu natuurlijk
van stal worden gehaald en opgepoetst. Er is zelfs een
hedendaags schilderij van hem, een monochroma-
tisch portret in acryl (2000, in de serie 'Erflaters
Hollandse Helden') van de hand van Nick Oudshoorn,
in beperkte oplage ook als zeefdruk uitgebracht. Het
schilderij laat het grootste deel van De Ruyters gezicht
zien en heeft een krachtige en treffende uitstraling.
Hoe 'openbaar' is De Ruyter, waar komen wij hem
werkelijk iedere dag tegen? In het vaderland is dat om
mee te beginnen in Vlissingen en Amsterdam, waar
hij ter aarde kwam en weer tot haar terugkeerde, als
je ten minste het toevertrouwen van een gebalsemd
lichaam aan de koele vormen van een grafkelder zo
mag noemen. De Ruyter stierf bijna een jaar daarvóór
in de Baai van Syracuse. Het marmeren praalgraf
bij de kelder, dat onder leiding van Verhulst in 1681
gereed kwam, bevindt zich aan het einde van het oude
priesterkoor. In De Ruyters geboorteplaats werd op 25
augustus 1841 in aanwezigheid van koning Willem II
een in ijzer gegoten standbeeld van de hand van Louis
Royer onthuld. Het staat nu op het Rondeel, aan de
zeezijde van de stad.
Het buitenland
Maar niet alleen in het vaderland werd deze zeeleeuw
vereerd als een man die heldendaden verrichtte.
Zo bevindt zich in een tempel bij Regensburg een
borstbeeld uit 1817 van hem en werd in 1933 op St.
Eustatius een gedenkteken voor hem geplaatst.
Een bijzonder buitenlands eerbetoon is de
gedenkzuil in het Hongaarse Debrecen, net achter
de gereformeerde Grote Kerk. De zuil werd in 1895
opgericht door Mihalyne Hegyi, ter herinnering aan
de bevrijding van 26 Hongaarse predikanten door De
Ruyter. De predikanten, oorspronkelijk 42 in getal,
gereformeerden en lutheranen, waren uit Hongarije
verbannen vanwege hun godsdienstige overtuiging
en werden in Napels op Spaanse galeien gevangen
gehouden. Maandenlang hadden zij vrijwel onafgebro
ken moeten roeien en werden zij als slaven be- zo niet
mishandeld. De Ruyter had van de Staten-Generaal
het verzoek gekregen te proberen hen vrij te krijgen,
hetgeen anderen niet was gelukt maar hem dankzij
zijn enorme inzet wel. Toen de predikanten hem kwa
men bedanken, zei hij: 'Dankt uwen Godt, ik heb niet
meer gedaan dan ik schuldig was.' Hij wees hen erop
dat zij, hoewel verschillend van geloofsrichting, allen
evenzeer gemarteld waren en vroeg hen in het vervolg
in godsdienstige zaken niet meer tegenover elkaar te
gaan staan maar naar eenheid te zoeken.
Die menslievende, naar harmonie strevende en op
het algemeen welzijn gerichte houding tekent de man
Michiel Adriaensz. de Ruyter misschien nog wel het
meest.
Literatuur
P.J. Blok, Michiel Adriaanszoon De Ruyter, Den Haag 1947T
19281.
Collectie Atlas van Stolk, www.atlasvanstolk.nl;www.hmr.rot-
terdam.nl.
Wouter Kloek, 'Schilderkunst van specialisten', in: Jan Piet Filedt
Kok, Annemiek Overbeek en Dorine Duyster (ed.j, Nederlandse
kunst in het Rijksmuseum tGoo-ijoo, Amsterdam/Zwolle 2001, 7-19.
A. van der Moer, De Luitenant-Admirael-Generael. Een beknopte
levensbeschrijving van Michiel Adriaenszoon de Ruyter, Franeker
2000.
Ronald Prud'homme van Reine, Rechterhand van Nederland. Biograjie
van Michiel Adriaenszoon de Ruyter, Amsterdam/Antwerpen 1996.
Martijn de Ruijter de Wildt, 'De Ruyter in de kunst', www.deruy-
ter.org/diversen_link_de.Ruyter.in.de.kunst.html.
D.F. Scheurleer, Michiel Adriaensz. De Ruyter. Leven en daden
naar berichten en ajbeeldingen van tijdgenooten, Den Haag 1907.
38 Zeeuws Tijdschrift 2006/5-6