Gedenkzuil voor Michiel de Ruyter te Debrecen en een frag
ment, Hongarije. Foto: Gabor Pusztai.
nood, havengezichten en scheepsportretten, die gretig
aftrek vonden bij rijke reders en welvarende steden.
De Ruyters heldendaden op zee zijn in talloze gravu
res vereeuwigd, van zijn triomftocht met overwon
nen kaperkapiteins op de rede van Salee in Barbarije
en de verovering van de vesting Nyborg op het
Scandinavische eiland Funen tot de vele weergaven
van zeeslagen in de Engelse Oorlogen. Ten slotte is
ook de indrukwekkende rouwstoet bij zijn begrafenis
in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, op 18 maart 1677,
door Bastiaen Stoopendael in een gravure neergelegd.
De zeegezichten - tekeningen en schilderijen
- van Willem van de Velde de Oude en zijn zoon
Willem van de Velde de Jonge staan op grote hoogte
in de marinekunst van de zeventiende eeuw. Willem
van de Velde de Oude heeft onder meer De Ruyters
fregat Gorinchem en het admiraalsschip De Zeven
Provinciën getekend. Regelmatig werkte hij vanaf
een hem ter beschikking gestelde galjoot. Tijdens
de Vierdaagse Zeeslag (n-14 juni 1666) maakte hij
voortdurend pentekeningen waarvan er waarschijnlijk
enkele als basis hebben gediend voor schilderijen van
zijn zoon. Willem van de Velde de Jonge legde bij
voorbeeld het door de Gouda veroverde Engelse admi
raalsschip The Royal Prince bij de Galloperbank en het
opbrengen van andere tijdens de zeeslag veroverde
schepen in Goeree op doek vast.
Thuis aan de muur
Opmerkelijk genoeg had De Ruyter in zijn
Amsterdamse huis, waar hij vanaf 1655 woonde, geen
enkel zeegezicht opgehangen, wel enkele havenge
zichten en een scheepsportret. Daarnaast hadden
portretten van hemzelf, zijn familieleden en enkele
collega's - de laatste vermoedelijk kopieën - vervol
gens van mythologische figuren en, in elk geval in het
jaar na zijn dood, van Oranjeprinsen een plekje aan
de muur gekregen. Een centrale plaats was gereser
veerd voor het familieportret dat De Ruyter in 1667
door de Amsterdamse kunstenaar Jurriaen Jacobson
had laten schilderen, waarbij bestaande portretten als
voorbeeld werden gebruikt. Het is in vergelijking met
de vele strenge portretten een vrolijk en bijna lieflijk
schilderij, enkele kinderen en honden zijn er speels
op afgebeeld en het gezelschap lijkt zich in een soort
tuin te bevinden.
De Ruyter werd vermoedelijk zo'n 15 tot 20 keer naar
het leven geportretteerd, die afbeeldingen zijn als gra
vure of schilderij in veelvoud gekopieerd. Aan het einde
van de jaren zestig van de zeventiende eeuw was hij
zo populair dat diverse portretten van hem als prent in
grote oplagen hun weg naar gewillige kopers vonden.
Hoe werd hij op die prenten afgebeeld? Was dat
ook als onze nationale zeeheld of herkende men de
man daarachter?
De man
De oudste gravures ontstonden na de Eerste Engelse
Oorlog en laten De Ruyter zien als de eenvoudige
man die hij was. De prent van Hendrik Udemans,
uit 1654 en vermoedelijk verluchtigd met enkele
dichtregels van zijn vader Cornelis, zet een boerse De
Ruyter neer. Wel, zegt het versje, wil de maker hem
een ridder achten 'dewijl alleen de daet doch maeckt
een Edelsman'. Gerbrandt van den Eeckhout, die De
Ruyter in hetzelfde jaar naar het leven tekende en
de gravure waarschijnlijk in 1659 liet maken door
Michiel Mousyn, portretteerde hem als een volkse
man en tegelijkertijd, aldus het ook hier begeleidende
gedichtje, als een 'manhaften zee-held'.
Volgens Brandt was De Ruyter van gemiddelde
lengte, 'wel gezet', vlug en sterk. Hij had een breed
voorhoofd, een blozende tot hoogrode gelaatskleur,
doordringende bruine ogen en bruin haar dat op
37 Zeeuws Tijdschrift 2006/5-6