toe en liep desnoods een straatje om als er zo'n lustig
troepje aankwam. Tactvolle lui, die Vlissingse agenten,
ze weten wat een feestvierend mens toekomt.'
Terwijl de journalist van de Vlissingsche Courant een
gortdroog verslag van de feestdag gaf, keek de journa
list van het Algemeen Handelsblad met een fris oog om
zich heen en dankzij hem kunnen we ons een beeld
vormen van hoe het er in Vlissingen op die dag uitzag.
Ook voor het weer had hij oog. 'Vanochtend ontwaakte
de stad in een glorie van zonlicht, dat danste over het
water in de haven; zonlicht dat sprankelde over de rode
en blauwe pannen daken en op de kotters in het dok en
dat de oorlogsschepen in de haven helder kleurde dat
het een lieve lust was om te zien. Het weer is heerlijk.
Er jagen wat wolken door de lucht, maar de wind zit er
onder en op regen is weinig kans [het was vier graden].
Tot ons hotel dringen hoornsignalen en tromgeroffel
van de oorlogsvaartuigen door.'
'Bij het standbeeld is het allergenoeglijk druk. De
Middelburgse, de Walcherse stoomtram en talrijke
treinen brengen de goede buitenlui aan, die zich fees
telijk getooid mengen onder de al bijzonder vrolijk
gestemde Vlissingse burgerijOveral wapperen vlaggen
want daarvan heeft deze haven- en loodsstad er in over
vloed. Enkele huizen zijn zeer smaakvol versierd met
bloemfestoenen, vlaggen en lampions. De boulevard
is stampvol met feestpubliek.' De burgemeester en
wethouders, de commandant van het eskader, Schout-
bij-nacht W. Roemer en de voorzitter en secretaris van
het departement van het Nut van 't Algemeen ['t Nut
beheerde toen het standbeeld] legden een grote lauwer
krans met de Vlissingse kleuren. Zij werden gevolgd
door een stoet aan kransleggers die de journalist deed
verzuchten dat het hoera van het publiek het enige was
'wat wat afwisseling bracht in de officiële plechtigheid
van buigen, kransen leggen en nogmaals buigen.'
Hij ziet de grote gebouwen van de Belgische en
Nederlandse loodsensociëteit maar de Zeeuwse idylle
wordt verstoord door 'twee ijzergeraamten van hoge
hefkranen van de Scheepsbouwmaatschappij De
Schelde die alle herenhuizen op de Dokkade opslokt
en er kantoren tekenkamers van maakt. Het Dok is
31 Zeeuws Tijdschrift 2006/5-6