Oscar Steens Hij weet het nog vrij precies. Het was 15 juli 1970, toen de jonge ingenieur (Delft, civiel) Rob de Leeuw op de tekentafel van zijn eerste baas een ontwerp voor de Westerscheldetunnel zag. 'Er was in die tijd al een groep aannemers met die tunnel bezig, maar, zoals bekend, werd het project afgeblazen.' Dat was niet voor het eerst. In de jaren dertig probeerden zakenlie den uit Goes ook al een vaste verbinding tussen Zuid- Beveland en Zeeuwsch-Vlaanderen tot stand te bren gen. Decennia later was het opnieuw raak. Ditmaal nam Rijkswaterstaat Zeeland in 1966 het initiatief; eind '73 zou met de aanleg worden begonnen. Niet dus, financiële problemen zorgden voor uitstel en uit eindelijk afstel. 'Geld was steeds de reden om het niet te doen,' zegt ingenieur Tin Buis, die al vanaf 1996 aan de NV Westerscheldetunnel is verbonden. In de jaren negentig gloorde er hoop. Nadat de provincie het zoveelste tunnelplan niet gefinancierd kreeg, nam het Rijk het over. Buis: 'Men zag in dat een vaste oeververbinding op lange termijn juist voordelig was, besparingen zou gaan opleveren, omdat de kosten voor de twee, deels door de overheid gesubsidieerde veerverbindingen dan kwamen te vervallen. Na dertig jaar moest een investering van ongeveer 1,6 miljard gulden onder andere door tolinkomsten zijn afgelost.' Zo gezegd, zo gedaan. In november '97 ging de eerste schop de grond in. 'Een emotioneel moment' voor Buis en zijn collega's. Na jaren onderhandelen en debatteren en 'spelletjes tussen provincie en Den Haag' was het dan zover. Met dank aan de Zeeuwse lobby, meent De Leeuw: 'Die heeft het erdoor gedramd.' Buis: 'Het was een heel geleidelijk proces. Stapje voor stapje wonnen ze terrein en het resultaat mag er zijn.' Nooit zelf getwijfeld aan de haalbaarheid of de zin van de tunnel? Buis: Nee. Ik vond en vind de veerverbindingen niet meer van deze tijd. De veren waren in meer dan een opzicht een belemmering voor de ontwikkeling van Zeeland als geheel. Ik weet het, er zit een stuk nos talgie aan die boot, maar als je nuchter naar de cijfers kijkt dan ontstaat er een ander beeld. Sinds de ople vering van de Zeelandbrug is het verkeer over de Oosterschelde jaarlijks met vijf a zes procent gegroeid. En verkeerstoename is een maat voor economische activiteit. Op beide veren is sinds de jaren tachtig geen enkele stijging geconstateerd, die dingen vor men dus een barrière. Niet alleen voor de ontplooiing van de economie trouwens, maar ook voor cultuur. Wie gaat er nu naar het grootste theater van Zeeland in Terneuzen? Dat zit niet in ons systeem, maar het gaat gebeuren, let op.' De Leeuw: 'Of je zat weer eens achter een boe renkar, waardoor je een halfuur moest wachten. Hopeloos, om nog maar te zwijgen van de lange wachttijden.' Dankzij een unieke technische prestatie. Want een voudig was de aanleg van deze 6,6 kilometerlange en zestig meter diepe tunnel toch niet? De Leeuw: 'Er bestaan langere en nog diepere tunnels in het buitenland. Maar er zijn een aantal aspecten die deze verbinding zo bijzonder maken. Ten eerste werden we geconfronteerd met een waterdoorlatende grondsoort en dus enorme water druk op die diepte, daar heb je bij het boren van een tunnel in een berg geen last van. En dat had in com binatie met het strakke tijdschema nogal wat conse quenties voor de logistiek en het managen van het project. Die aspecten bij elkaar opgeteld kun je de aanleg van deze tunnel een ongehoorde prestatie noemen.' Waterdruk, managen, logistiek. Klinkt nogal cryptisch. Kunt u dat wat concreter maken? De Leeuw: Om te beginnen hadden we geen ervaring met het boren, we moesten ons die techniek met behulp van (buitenlandse) specialisten eigen maken. Daarnaast was er dan die zandgrond waar het water doorheen kwam. Dat betekent dat als je met die machines aan het graven bent je een overdruk van zes bar hebt en het water probeert binnen te dringen. We hebben daarvoor overal afdichtingconstructies moeten aanbrengen. We waren voortdurend bezig met risico analyses, aan het inschatten welke gevaren er dreigden. 4 Zeeuws Tijdschrift 2003/2-3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2003 | | pagina 6