ILH id mafketel zoals ik opstaan die bereid is zijn tijd en energie in zo'n onderwerp te steken. Ik heb heel mijn leven interesse gehad in scheepjes en scheepvaart. En ik vind het leuk om dingen uit te zoeken. Mijn boek telt vijfhonderd foto's, meer kon niet. En ik maar den ken dat ik te weinig had aangeleverd. Ongeveer zeven honderd foto's heb ik laten scannen. Bijna allemaal uniek materiaal uit particulier bezit. Soms moest heel het album onder de scanner, zo vast zaten de foto's soms gelijmd. Iedereen gaf me zijn hele hebben en houwen mee. Het vertrouwen was groot. Nooit lieten ze me in de kou staan. Nooit.' Het brandmerk en het scheepsregister Het alsmaar uitdijende archief van Adrie Koppejan 'leeggieten' in een boek was niet zo eenvoudig. Net als de andere kenner en chroniqueur van de recente Zeeuwse maritieme geschiedenis, Cor Heijkoop, is Koppejan eerder een nauwgezette en nooit rustende documentalist dan een schrijver. Hij wist de rijstebrij aan gegevens baas te blijven door in zijn boek een tamelijk rigide structuur aan te houden. Het grootste deel daarvan wordt in beslag genomen door een regio nale behandeling van beurtschippersfamilies, hun schepen, trajecten en wederwaardigheden. Het is een document dat, wat betreft het oral history-aspect, nog net op tijd bijeen kon worden gebracht. 'Over tien jaar is het afgelopen,' zegt Koppejan, 'dan is er niemand meer die nog wat uit de eerste hand weet. Tijdens mijn onderzoek zijn al een stuk of zeven informanten overleden. En daarna nog een paar.' Het geheugen van zijn vaak hoogbejaarde zegslie den was nog verbazend goed, ondervond hij. Alles wat hem verteld werd, heeft Koppejan geverifieerd door archiefonderzoek. Belangrijkste bron vormde het Scheepsregister dat als een maritiem kadaster kan worden gezien. 'Het brandmerk van een schip is het belangrijkste aanknopingspunt en dat waren de mees te schippers juist vergeten. Gelukkig kom je met de naam van het schip en zijn eigenaar een heel eind. Ik heb microfilms bekeken tot ik scheel zag. Ik ruik een brandlucht! riep een keer één van die dames van het archief. Was het apparaat in de fik gevlogen.' Alles lijkt wel in dienst van het water te staan bij Adrie Koppejan. Dat weten ook de elementen zelf. Tijdens de feestelijke presentatie van Sturen en turen, afgelopen november, regende het zonder ophouden en zonder maat. Maar binnen was het licht en druk. Voor de gelegenheid had Koppejan een passende ambiance geregeld: de rondvaartboort 'Grevelingen' uit Den Osse, die was afgezakt naar Walcheren en afgemeerd lag aan de passantensteiger naast de Spijkerbrug in Middelburg. Dat schip is een drijvend maritiem museum, volgestouwd met afbeeldingen, modellen en allerhande scheepsparafernalia. Naast dit particuliere museumschip van Kapitein Van der Marei lag die middag de 'Anna Catherina' gemeerd, het vroe gere beurtschip 'Jeannette' van Jan Vermeulen. Het was vrij toegankelijk voor belangstellenden. Tk wilde er een beurtvaartreünie van maken,' zegt Koppejan. 'En dat is gelukt. Al die ouwe beurtschippers waren er. Na de presentatie werd ik gebeld door een zeven- entachtigjarige schipper uit Oude of Nieuwe Tonge. Zegt-ie: ik merk dat je verstand hebt van varen. Dat zie ik aan de onderschriften van de foto's.' Koppejans soms ietwat verbeten zeemanskop klaart op bij die herinnering. Verstand van varen. Dat heeft-ie, en dat is alles wat hij altijd wilde. O A.R. Koppejan, Sturen en turen. De laatste beurtschippers van Zeeland. Vlissingen: ADZ 2002. 54 Zeeuws Tijdschrift 2003/2-3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2003 | | pagina 56