beurtschippersgeheugen Er moet gewoon een mafketel opstaan Adrie Koppejans boek is gedoopt. Het telt bijna vierhonderd pagina's en honderden foto's. Maar af? Koppejan is nog lang niet klaar. Hij toont een pas binnengekomen e-mail met een reactie op zijn Sturen en Turen. De laatste beurtschippers van Zeeland. 'Soms ben ik wel toe aan rust,' zegt Koppejan. 'Maar dan ga ik toch weer aan de slag. Ze bellen me doorlopend. Beurtschippers, nabestaanden en andere mensen die iets weten of willen. En dus ga je weer aan de gang.' sing toen hij naar de Zeevaartschool ging. Hij werd stuurman. Al jaren vaart Koppejan voor P&O North Sea Ferries, maar eerst zat hij bij de KNSM en voer op de Amerika's. 'Heel anders dan nu was het,' herinnert hij zich. 'Allemaal stukgoed in die tijd. Containers kenden we nog niet.' Belangstelling voor geschiedenis had hij toen niet. 'Al die forten in de West had ik moeten bezoeken. Heb ik nagelaten te doen. Ik heb alleen een paar foto's van Fort Zeelandia in Paramaribo gemaakt. Nu zou ik dat wel anders aan pakken.' Die historische belangstelling is in de loop van de jaren stilaan gegroeid omdat hij zich bewust werd van de enorme veranderingen in de scheepvaart. Het is een soort nostalgie dat bestuderen van de beurtvaart, bekent hij. Beurtvaart als ondergeschoven kind Enthousiasme van de oude schippers om over de beurtvaart te vertellen, viel Koppejan al op bij het voorbereiden van zijn eerste artikel over dit onder werp, dat in 1997 verscheen in het maritieme maand blad De Blauwe Wimpel. 'Mijn ouders, die ook in het transport zaten, kwamen vroeger wel bij een schipper over de vloer, een zekere Kees Vermeulen,' vertelt Koppejan. 'Op een gegeven moment dacht ik: die Kees moet ik eigenlijk interviewen. Dat interview vormde de basis van mijn eerste artikel.' Reacties daarop gaven aanleiding tot een vervolgartikel. In 2001 zag De laatste beurtschippers van Schouwen en Duiveland het licht, een publicatie die tevens als een catalogus diende bij een expositie die hij samen met Wim de Vrieze, conservator van het museum Goemanszorg in Dreischor, organiseerde. Ondanks alle geestdrift bespeurde Koppejan bij zijn informanten vaak een wat bittere ondertoon. 'Beurtvaart was eens de belangrijkste vorm van trans port, zeker in een waterrijk gebied als Zeeland en Holland. De mensen die daar hun brood mee verdien den, voelden zich vaak wat miskend omdat er nooit aandacht aan hen was besteed. Over het landleven, kerktorens, molens en wat al niet zijn talloze boeken verschenen, maar de beurtvaart was een ondergescho ven kind. Daar wilde ik iets aan doen.' Maar waarom hij? 'Ach,' relativeert Koppejan, 'er moet gewoon een 53 Zeeuws Tijdschrift 2003/2-3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2003 | | pagina 55