Adrie Ko
]an j.B. Kuipers
In 1974 gaf de laatste Zeeuws beurtschipper die van
uit Zeeland op Dordrecht en Rotterdam voer de pijp
aan Maarten. Aan de stokoude traditie van de beurt
vaart kwam daarmee een einde. De beurtschipper was
eeuwenlang de link met de buitenwereld geweest. Hij
zorgde voor de geregelde aan- en afvoer van goederen,
post en ook mensen. De komst van het spoor in de
late negentiende eeuw betekende een grote verande
ring voor de tot dan toe maritiem georiënteerde
(Zeeuwse) samenleving. Na de Tweede Wereldoorlog
nam de vrachtauto de rol van het beurtschip helemaal
over, door de uitbreiding en verbetering van het
wegennet en de aanleg van Deltadammen.
Een kwarteeuw na het verdwijnen van de beurt
vaart is met Adrie Koppejan in het Zeeuwse een kers
verse maritiem specialist verrezen, die met zijn boek
Sturen en turen dit natte erfgoed aan de vergetelheid
52 Zeeuws Tijdschrift 2003/2-3
ontrukt. Water, alles water. Of liever: 'bootjes', zoals
Koppejan zelf zijn alomvattende passie omschrijft. De
achtergrond daarvan is voor hemzelf duister als de
stilste en diepste wateren zelf. Het was er gewoon van
kleins af aan, dat is alles wat Koppejan weet. Een
klomp met een zeiltje? Daar speelde hij als jochie in
een waterkuip achter op het erf mee. Een plank over
de rand en dan had je een kade. Scheepsmodellen
bouwt Koppejan al heel zijn leven. Ze staan niet
alleen in zijn huiskamer maar ook in het
Visserijmuseum van Breskens en op vele andere
plaatsen in Nederland en België.
'Altijd zat ik als jongetje aan de Punt in Middelburg,
waar de zandscheepjes losten. Tijdens de bietencam
pagne hing ik bij de Loskade rond. Daar zag je begin
jaren zestig nog coasters die daar cargo losten voor de
Deltawerken.' Het kwam voor niemand als een verras-