Van voor of na de Tunnel?
'De Zeeuwen willen graag onder of over de Wester-
schelde heen. Zij beseffen dat pas op deze wijze hun
archipel economisch in het West-Europese geheel kan
worden geïntegreerd. Het Zeeuwsch-Vlaamse pro
bleem is op dit punt een Zeeuws probleem Dit
schreef M.C. Verburg in zijn openingsartikel over de
noodzakelijkheid van een vaste oeververbinding, in de
Zeeuws-Vlaanderen special van het Zeeuws Tijdschrift
in 1956. Dat probleem is met de opening van de
Westerscheldetunnel op 15 maart
2003 opgelost. Aan de verwezen
lijking van die tunnel is zowel door
individuen, de provincie als het
bedrijfsleven meer dan 75 jaar
gewerkt. Zo nu en dan was er
tegenstand. Die richtte zich vooral
op de tolheffing. De vrije veren
actie van 1958 is daar een voor
beeld van. Rond 1980 klonk de
slogan WO V-nee luid op veel plek
ken in de provincie.
De geschiedenis van de tot
standkoming van de WST moet
nog geschreven worden. Een
woord zal daarin zeker centraal
staan: 'luctor'. Degenen die op 17
januari 2002 aanwezig waren bij
het tevoorschijn komen van de
tunnelboormachine Neeltje-Suzanna op de
Bevelandse kant zullen wel luid 'emergo' hebben
geroepen. Die gebeurtenis is zonder overdrijving te
vergelijken met de maanlanding en meer dan dat.
Onder de Schelde is heel wat meer weerstand dan in
het heelal, het zicht veel beperkter en de snelheid
minder dan slow motion.
Nu de tunnel er ligt is de reistijd van de verst van
elkaar vandaan liggende plaatsen in Zeeland in min
der dan een uur te overbruggen. In mijn geval is de
reistijd tussen Hulst en Middelburg gehalveerd tot 45
minuten. De laatste boot is definitief uit de vaart
genomen. Het is evident dat de tunnel een aantal psy
chologische barrières zal slechten waarvan de effecten
nog niet te benoemen zijn. In dit tijdschrift is er in
de serie Zeelandstad in de Steigers het nodige over
geschreven. In economische termen kan gezegd worden
dat er een regionale (arbeids)markt is ontstaan. Daar
is door grote bedrijven al meer dan tien jaar geleden
op geanticipeerd wat resulteerde in samenwerkings
verbanden op Zeeuwse schaal. De laatste tijd is ook
het midden- en kleinbedrijf wakker geworden en
zijn er Schelde-overstijgende allianties ontstaan. Het
gebeurt niet elke dag dat men zich realiseert dat er
een nieuwe vrij grote markt op tien minuten afstand
bestaat. Dit zal zonder meer een
bron van inspiratie voor die
bedrijven zijn.
Ook op meer immaterieel ter
rein zijn er veel positieve ontwik
kelingen te signaleren. Zeeland is
door de wijdverbreide kabel een
van de meest aangesloten inter-
netterreinen van de wereld. De
mogelijkheden tot samenwerking
die dat biedt zijn legio en er wordt
ook gebruik van gemaakt door cul
turele organisaties zoals de bibli
otheken, de musea, de theaters en
de scholen. De versterking van die
voorzieningen is noodzakelijk
omdat anders de kritische massa
te veel afneemt. Het vertrek van
overheidsdiensten in het laatste
decennium is daar een voorbeeld van en het verdwij
nen van de drukpers voor de regionale krant is een
teken aan de wand. Een gemis is het nog steeds ont
breken van één kengetal (011) voor Zeeland. Voor de
papieren versie van de telefoongids wordt afgeschaft,
zou ik graag een alfabetisch telefoonboek op naam
van Zeeland onder ogen willen krijgen.
Het is vanzelfsprekend dat een regio zich pas een
duidelijk plek binnen de nationale en Europese context
kan verwerven als ze een eigen identiteit en een eigen
referentiekader heeft. Die nieuwe Zeeuwse identiteit
zal door de WST ongetwijfeld een krachtige impuls
krijgen zodat de vraag, Van voor of na de tunnel?, over
tien jaar een heel gangbare zal zijn.
Paul van der Velde
2 Zeeuws Tijdschrift 2003/2-3