alleen de topografie, de hydro-meteorologische bijzon
derheden van dat gebied zoals stromingen en windef-
fecten, lichtbakens en kennis van het vaarwater, maar
tevens kennis van de lokale meld- en veiligheidssyste
men, de verkeersdichtheid, de concentratiegebieden,
het gedrag ten opzichte van de overige verkeersdeel
nemers en de geldende rechtsnormen. Belangrijk is
eveneens dat de loods de manoeuvreereigenschappen
van de schepen in zijn nabijheid juist inschat. Hij
dient te weten hoe groot een diepgaand vaartuig met
een geringe keelclearance of een in ballast varend schip
zich bij harde wind zal gedragen en hij moet daarop
anticiperen. Niet direct rechten opeisen, maar onvol
komenheden en risico's in ogenschouw nemen ten
einde de algehele verkeersveiligheid te waarborgen.
Deze kennis is ontbeerlijk als in kritieke situaties bin
nen enkele seconden belangrijke beslissingen moeten
genomen worden. Een elektronische zeekaart draagt
slechts voor een fractie bij in bovengenoemde kennis.
Loodsplichtversoepeling
Bij een steeds verdergaande kwantitatieve en kwalita
tieve vermindering van de bemanningsbezetting aan
boord van de meeste schepen betekent een loods aan
boord eerder een toenemende dan een afnemende
noodzaak. Toch wordt er in Nederland getornd aan de
loodsplicht. Zijn we de ramp met de 'Exxon Valdez' in
Alaska alweer vergeten? Ook dit schip had geen loods
plicht. Na deze ramp is in de Amerikaanse havens de
loodsplicht aangescherpt. In Nederland is het omge
keerde het geval. Op de Westerschelde wil men de
kapiteins van kleinere schepen een vrijstelling geven.
Duidelijk is dat de voorstanders van deze versoepeling
gezocht moeten worden onder degenen die geen ken
nis hebben van de vaart met grote diepgaande zee
schepen en zich evenmin bewust zijn van de onmis
kenbare relatie tussen loodsplicht en het mariene
milieu. Wat is de prijs van onveiligheid? De luchtvaart
kent het antwoord: If you think safety is too expensive,
try an accident.
De taak van de loods is niet alleen de loodsing van
zijn individuele schip in dat steeds drukker wordende
vaarwater waarop het vervoer van gevaarlijke stoffen
in velerlei vorm toeneemt. Tijdens die loodsing neemt
hij namelijk eveneens deel aan een samenspel met
zijn collega's. Hiervoor zijn goede afspraken gemaakt
zoals waar en op welke wijze men elkaar passeert en
oploopt, zich hierbij houdend aan ongeschreven
regels die binnen het corps van loodsen zijn ontwik
keld. Een vaargedrag dat mede gebaseerd is op goede
communicatie met de verkeersposten aan de wal.
Men kan zich voorstellen dat met de komst van nog
meer onbeloodste vaart - onbekend met dit samenspel
en de te volgen regels - er sprake is van 'blindgangers'
die de bestaande regie van de zo noodzakelijke syste
matiek verstoren en daardoor niet alleen zichzelf
maar ook de andere scheepvaart in gevaar brengen.
Het is heel goed mogelijk dat vakbekwame kapiteins
in staat zijn hun schip te varen in een loodsmansvaar
water waar normaal een loods aan boord is. Het zijn
echter de bijzondere omstandigheden, het onvoorzie
ne, die de grote plaatselijke bekendheid van de loods
onmisbaar maken. Dus geen concessies doen aan de
veilige vaart omwille van het gewin.
Het zijn niet de kapiteins maar de 'stuurlieden
aan de wal' die menen dat het anders moet. Zij weten
niet wat zich op de brug van een schip, varend in een
nauw en druk vaarwater, afspeelt. Deze 'stuurlieden'
zijn gefrustreerde rijkswaterstaatbonzen die het niet
verdragen dat het verzelfstandigde Loodswezen - bui-
tenambtelijk uitgevoerd - zich nu presenteert als een
perfecte dienstverlening aan de scheepvaart. Deze
'stuurlieden' zijn de reders die om commerciële rede
nen de loodsplicht willen versoepelen. Het is een feit
dat de kwaliteit van de brugbemanning op de schepen
onder goedkope vlag veel te wensen overlaat. Recente
voorbeelden van aanvaringen en andere calamiteiten
tonen dit aan.
Het is alweer vele jaren geleden dat ik op een vroe
ge winterse morgen op de Rede van Vlissingen als
loods aan boord kwam van een Engels vrachtschip
met bestemming Antwerpen. Na een moeizame klim
tegen de hoge scheepswand werd ik op de brug door
de kapitein begroet. Het zicht was matig en de gezag
voerder uitte hierover zijn bezorgdheid. Alvorens hij
de navigatie van zijn schip aan mij toevertrouwde,
vroeg hij naar het zicht op de Schelde. Toen ik ant
woordde dat er verder op de rivier nog minder zicht
was, zei hij iets wat mij altijd is bijgebleven. This is a
very tricky river pilot; he careful! O
In april verschijnt van de hand van Doeke Roos, Twee eeuwen
varen en vechten 1550-1750. Het admiralengeslacht van de Evertsens.
Vlissingen: ADZ, 29,95.
17 Zeeuws Tijdschrift 2003/2-3