ZEEUWSE BOEKENTOPTIEN Plaatsing van de laatste caisson in het Brouwershavense gat, 1 mei 1971. Uit: Heersen en Beheersen, pag. 242. berekend waren. De reparatieplannen kwamen ook om andere redenen niet van de grond. Het parlement werd niet ingelicht over de slechte toestand van de dij ken en de aandacht ging na '45 vooral uit naar de wederopbouw. Negatieve rapporten stak men diep weg in de lade. Twee 'zeer verontrustende' overzichten door Rijkswaterstaat van de hoofdwaterkeringen waren in 1946 al gereed, lezen we op bladzijde 266 van Heersen en Beheersendie van Zeeland en Goeree- Overflakkee. Al daags na 1 februari 1953 klonk luid de schuldvraag op een persconferentie van directeur- generaal Maris van Rijkswaterstaat. Maris draaide om die hete brei heen en kwam achteraf alleen met een kwalificatie van de motieven achter deze vraag. 'Bij elke ramp worden jachtinstincten wakker,' zei hij laat dunkend. Van der Ham in Delta, december 1999: 'Meteen na de ramp komt de centralisatie goed op gang. Na '53 vindt er een concentratie van waterschappen plaats. Sindsdien gaat het een stuk beter.' Hilde Bras, Zeeuwse meiden. Dienen in de levensloop van vrouwen, ca. 1850-1950 (Amsterdam: Aksant, 2002). ISBN 90-5260-036-8, 260 blz., 27,70. Hilde Bras promoveerde in juni jl. 'op' Zeeuwse dienstboden. In samenwerking met medewerkers van de Historische Steekproef Nederland (HSN) werden in Zeeuwse plaatsen en in overig Nederland bevol kingsregisters geraadpleegd, teneinde de levenslopen van talrijke (ruim 700!) Zeeuwse dienstmeiden in kaart te brengen. Sinds de Middeleeuwen tot in de tweede helft van de twintigste eeuw vormden dienst boden een belangrijk segment van de samenleving. Ze werkten bij zowel boeren als burgers. Op heel jonge leeftijd vertrokken de boden uit het ouderlijk huis, om te gaan inwonen bij de nieuwe werkgever in nabije dorpen of steden, óf ver buiten de eigen provin cie. Hilde Bras brengt de achtergronden, de prakti sche 'invulling' en de gevolgen van het dienen voor de verdere levensloop van Zeeuwse meiden in kaart. Schooltijd, gezinssituatie, werkgevers, werkplekken en huwelijken komen aan bod, alsook de huwelijkspart ner - want het huwelijk was het voor de hand liggen de vervolg op - of moeten we zeggen in? - de weinig aantrekkelijke loopbaan van het dienen. 1. Maritieme geschiedenis van Zeeland Jan J.B. Kuipers (Den Boer/de Ruiter) 2. Werken met Zeeuwse kaarten A.P. de Klerk e.a. (Matrijs) 3. Zeeuwse wijsheden Marco Evenhuis Will Berg (Verba) 4. En m'n zuster die heet Kee Kees Slager en Ruden Riemens (Den Boer/de Ruiter) 5. Op 't hof G.W. Smallegange (De Koperen Tuin) 6. Oosterschelde veldgids A. Oosterbaan T. Sluyter (De Koperen Tuin) 7. Een schamele landstede C. Dekker (De Koperen Tuin) 8. Zeeland George Burggraaff en Wil de Jong (Scriptum) 9. Zeeland in de vroege middeleeuwen Tiny Polderman (Provincie Zeeland) 10. Zeeuws Dicht (ADZ) De Zeeuwse boekentoptien wordt samengesteld op grond van recente verkoopcijfers van grotere boekhandels in Zeeland: De Drvkkery te Middelburg, De Koperen Tuin in Goes, De Vries te Zierikzee en Basting in Oostburg. Boeken kunnen ter recensie worden toegezonden aan: J.J.B. Kuipers, M. Smallegangesbuurt 36, 4461 AT Goes (0113 - 215137 e-mail: jjbkuipers@zeelandnet.nl) 60 Zeeuws Tijdschrift 2002/5-6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2002 | | pagina 62