G K I) K X ïv Ji O K K
V A X
X E K R L A X L> s
VN/A1' JK ii ï*r o o ID*
.7. O. B K Ij K a.
Afbeelding uit Om de macht van het water (pag. 109).
macht over het water, dat de periode 1798-1849 behan
delt.
Willem van der Ham is geograaf en historicus; hij
verrichtte de laatste jaren vooral historisch onderzoek
op het gebied van de waterstaat en infrastructuur.
Van der Ham schreef ook de jubileumpublicatie van
Rijkswaterstaat, Twee Eeuwen Rijkswaterstaat 1798-3998.
Het fraai uitgevoerde Heersen en Beheersen is zijn
dissertatie (handelseditie). Het boek geeft een over
zicht van de ontwikkelingen binnen de dienst en van
het werk van Rijkswaterstaat in een sterk en snel ver
anderend Nederland. Het jaar 1930 was een keerpunt
voor de dienst: na een ingrijpende reorganisatie kwam
er een eenhoofdige leiding: de directeur-generaal. Het
betrof niet de eerste en zeker ook niet de laatste reor
ganisatie. Op het technische vlak waren er de opkomst
van nieuwe materialen als het gewapend beton - waar
mee Johannis de Rijke 'geen ondervinding' had - én
van de auto. Verwetenschappelijking en specialisatie
drongen al sinds het begin van de eeuw op; gepaard
hiermee ging de oprichting van waterstaatkundige
laboratoria door universiteiten, hogescholen en bedrij
ven. Bij Rijkswaterstaat zelf kwamen behalve regiona
le directies onder andere een meetkundige dienst, een
dienst wegenverbetering, een rijkswegenlaboratorium,
een bruggenbureau, een directie sluizen en stuwen
tot stand.
Overigens was er ook al in de Bataafs-Franse tijd
en negentiende eeuw een streven naar specialisering,
lezen we in - het zo mogelijk nog mooier uitgevoerde -
Om de macht over het water, net als Heersen en beheersen
de handelseditie van een dissertatie. Een belangrijke
impuls voor onderzoek en kennisverwerving was de
oprichting van de Algemene Dienst in 1808: een eer
ste specialistische dienstonderdeel, met als taak het
voorbereiden van nieuwe werken en het verrichten
van het benodigde vooronderzoek: meten, peilen, het
opstellen van bodemprofielen enzovoort. Tot ver in de
negentiende eeuw kampte men echter met onnauw
keurige meettechnieken en -instrumenten. De bepaling
van de draagkracht van een bodem moest men bijvoor
beeld soms afleiden uit de trillingen die de val van
een zwaar voorwerp teweegbracht bij erwten op een
trommelvel, of uit de rimpeling van water in een vat.
Jachtinstincten
Voor Zeeland is uiteraard de ingrijpende geschiedenis
van de Februariramp 1953 tot en met de voltooiing
van de Deltawerken van groot belang, een verhaal van
meer dan drie decennia dat Van der Ham in Heersen en
beheersen behandelt in de delen II (periode 1940-1970)
en III (periode na 1970). In een interview met Delta
(december 1999) zegt de auteur dat over de voorge
schiedenis van deze episode en de schuldvraag veel te
simpel wordt gedacht. In de eerste helft van de twin
tigste eeuw was het werkgebied van Rijkswaterstaat
nog niet zo duidelijk. Het departement deelde de ver
antwoordelijkheid met de waterschappen, domein van
herenboeren en grootgrondbezitters die vooral status
ontleenden aan hun functie van dijkgraaf of heem
raad. Van der Ham vindt het niet terecht dat Rijks
waterstaat de zwarte piet kreeg toegeschoven voor de
ramp van 1953. Bij Rijkswaterstaat lagen eind jaren
dertig al ruwe plannen klaar voor het Deltaplan. Die
werden vrij breed gesteund door de top, en na de
Tweede Wereldoorlog ook door minister Ringers van
openbare werken en wederopbouw. Het zijn volgens
de auteur de waterschappen, die niet op hun taak
59 Zeeuws Tijdschrift 2002/5-6