waren als ze oppervlakkig leken! En ook lang niet zo anoniem! In de verschillen herkende hij de hand van een meester, van de unieke kunstenaar. Aardrijkskundige of antropologische achtergron den raakten hem minder. De veilinghistorie impo neerde hem meer dan de geschiedenis van de streek van herkomst. Als hij bijvoorbeeld schreef over een tentoonstelling Afrikaanse ziektemaskers, of fetisj beeldjes waarmee ziekten werden verbeeld, kwalen bezworen en kuren aanbevolen, dan bekommerde Hans zich niet zozeer over het wel en wee der lijden den, maar over de schoonheid waarmee dat lijden werd uitgedrukt. Voor hem was Afrika 'mooi ziek'. Ook al heeft Hans het Afrika ten zuiden van de Sahara nooit betreden, hij droeg misschien wel meer Afrika in zich dan menig Afrikaan Voor hem leef den de voorwerpen nog. Als hij op een tentoonstelling vond dat bepaalde, in zijn ogen magische, keramische beeldjes te benauwd in hun vitrines zaten, ergerde hij zich aan de slechte belichting. Hij verlangde naar direct contact en wou dan voor dierenbevrijdingsfront gaan spelen: 'kom er maar uit, grappig schildpadje uit Tanzania, aandoenlijke poes uit Tsjaad.' Hans Warren de animist uit Kloetinge. Hans bekommerde zich ook niet over het feit dat Afrika is leeggeroofd, noch over de dubieuze her komst van veilingschatten of de wijze waarop de Afrikanen hun eigen kunst verkwanselen. Nee, Hans bemoeide zich niet met politiek, hij schreef over de passie, over de vorm, over het geheim van de kunst. Over het kunstenaarschap. En daarmee deed hij Afrika meer eer aan dan al die derde wereld-verbete raars. Hij bevoogde de Afrikaanse kunst niet, maar erkende juist de kwaliteit. Kwaliteit en esthetiek - ongeacht de omstandigheden waarin die tot stand was gekomen. Hij onderscheidde niet in toegepaste of vrije kunst, in hoog of laag, verfijnd of primitief. Wat hem aansprak was de authenticiteit. Een beeld dat niet alleen gediend heeft om naar te kijken, maar dat uitstraalt: met ons is geleefd, in ons is geloofd! Voor Hans hadden die beelden hun kracht ook niet verloren. De wijze waarop hij ze beetpakte, zo vol respectDit was de oerkunst! Hans verzette zich tegen de term primitieve kunst: 'want wat is er primi tief aan de adembenemende hofkunst van Benin, aan de verfijnde Baoulé beelden [van de Ivoorkust], aan de archeologische vondsten uit Mali en Nigeria?' In een kritiek schreef hij: 'Oerkunst doet - hoe anders ook, door hoe afwijkende bronnen in de men selijke geest ook gevoed - in niets onder voor de Westerse kunst.' Meer dan eens pleitte hij voor nauwkeurige studie en zorgvuldige vergelijking van Afrikaanse sculpturen in musea en bij verzamelaars in de wereld, om te komen tot erkenning van de kunstenaars en scholen met een onmiskenbaar eigen toets en aanpak. De tijd dat Afrikaanse kunst een kunst zonder kunstenaars werd genoemd, was voor Hans allang voorbij. Tweelingbeeld - Yoruba, Shaki, Nigeria. Foto: Afrika Museum Berg en Dal. En dan hebben we ook nog Hans Warren de prijsdich ter - Afrikaanser kan haast niet. Een man die namens de gemeenschap lofzangen op de helden van de clan maakt. Hans maakte prijszangen op de beelden die bij hem onderdak vonden. Want hij vond het een eer dat zoveel schoonheid onder zijn schamel dak mocht huizen en putte ook energie uit hun aan wezigheid. Zoals in Tweeheid (Voor een Lobi beeldje Een paar zoals ieder paar. Jong, mooi, vitaal. Hun lijven glad en krachtig. Hij, het hoofd omhoog, daagt het leven uit. Zij neigt licht en draagt hun lot: steunen en belasten. Alleen groeiden ze ruggelings aan elkaar. Zo graag zouden ze los, maar ze kunnen niet zonder. Zonder die bil van de ander. Of zonder het been dat precies de verkeerde kant op wil. Zonder die wederhelft. Eén verlossende, verscheurende tel zonder elkaar. Ik heb dat gedicht natuurlijk niet voor niets uitgekozen, Mario. Ik praat nu over Hans en zijn liefde voor de beelden die we hier zien. Maar het is natuurlijk jul lie verzameling. Samen opgebouwd, bewonderd en gekoesterd. 39 Zeeuws Tijdschrift 2002/5-6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2002 | | pagina 41