Auteur Piet Smallegange belicht een aantal projec
ten waarvoor de Stichting zich heeft ingespannen, zoals
de verbouwing van de Statenzaal in de jaren tachtig
en de herinrichting van het Abdij plein, begin jaren
negentig. Ook het 'Hofje onder den Toren' is door de
'Vrienden' van de sloop gered. Het vermaarde sein
huisje aan de Kanaalweg kon óók worden behouden,
zij het door verplaatsing naar Goes. Een korte en rake
levensschets besluit het boekje op passende wijze. Ter
nagedachtenis aan Jaap van Wallenburg hangt in het
Zeeuws Archief te Middelburg inmiddels het 'Jaap
van Wallenburgklokje'. Het is te zien in de hal, aan de
voormalige zijgevel van het Van de Perrehuis.
Jacobus Bellamy e.a.,
Roosje en haar nazaten,
Jubileumnummer ioo/ioi
in de Slibreeks. Middelburg:
Stichting Kunstuitleen
Zeeland 2002. isbn
9063541058, 104 p. 21.
De Zeeuwse Slibreeks viert het succesvolle bestaan
van haar mooie serie boekjes met een bijzonder
jubileumnummer op A4-formaat. In 1784 publiceerde
de Vlissingse dichter Jacobus Bellamy (1757-1786) zijn
beroemde gedicht 'Roosje' in Proeven voor het verstand,
den smaak en het hart (1784-1785).
y. M.t God! is 't wan? iv R,. 0» j>:
L»;;t R. ao s j t daar i;j zee?**
Zuo jjüc en klaagt - n ieder eeti;
De duinen gillen wee
'Wat zegt gij er van?' vroeg Bellamy in een brief van
januari 1785 aan zijn stadgenoot, de jonge dichter
Anthonie van der Woordt (1769-1794). 'Kijk, Roosje is
dan, volgens mijne gedachten, een stukje, zoo schoon
als ik nooit een gemaakt heb. 't Is, dunkt mij, in een
nieuwe manier - zeer eenvoudig, en dit is een der voor
name vereischten der vertelling.' Deze brief werd gepu
bliceerd in Uit Bellamy's Nagelaten Brieven en Papieren,
door Joh. van Vloten (Archief ZGW, Middelburg 1878).
Dat deze manier van vertellen aansloeg, werd al
gauw duidelijk. Multatuli mocht dan in zijn Ideën (Idee
886) over Bellamy gezegd hebben: aan heel veel
anders dan 't maken van een paar dozyn onnozele
versjes heeft hij zich niet schuldig gemaakt', 'Roosje'
was een succes en werd zelfs buiten Nederland een
inspiratiebron.
In 1888 verscheen Rosette (Roosje). Légende hollandaise
(d'après Bellamy), een dramatische suite a quatre mains
van J. Burgmein - niemand minder dan de beroemde
Milaanse muziekuitgever Giulio Ricordi - met Franse
teksten van de dichter Paul Solanges. Het werk was
opgedragen aan de Middelburgse Marie Berdenis van
Berlekom (1860-1922), schrijfster van muziekpedagogi-
sche werken, muzieklerares te Den Haag en zusje van
Mathilde Wibaut die een belangrijke rol in de socialis
tische vrouwenbeweging speelde.
Dit muziekdrama zal met een Nederlandse vertaling
van de teksten door de vertaler Peter Verstegen bij de
presentatie van het Slibboekje op 14 september 2002 - in
de Bellamytent bij het Cine Citytheater in Vlissingen -
voor het eerst worden opgevoerd. Allerlei activiteiten
begeleiden de presentatie van het jubileumboek. De
dramatische suite zal nog enkele malen worden opge
voerd en in de week van het Filmfestival Film by the
Sea zullen lezingen over Bellamy en zijn tijd gehouden
worden in de bibliotheek Het Spui te Vlissingen die
op dat moment ook een tentoonstelling over Bellamy
en zijn tijd huisvest. Later in het jaar zullen toneel
voorstellingen van een bewerking van 'Roosje' door
Vlissingse scholieren plaatshebben.
Roosje en haar nazaten bevat naast het oorspronke
lijke gedicht een essay van J.P. Buijnsters over Bellamy
en Roosje, vervolgens het muziekdrama Rosette met
de vertaling, een essay van Aarnout de Bruyne over
Rosette en tenslotte het kroeglied 'Roosje of waarom ik
geen vis eet' van de dichter Ed Leeflang met muziek
van de componist en zanger Robert Valter. Originele
tekeningen van A. Montalti omlijsten de uitgave. FvV
Ite Rümke, Zonder kleur kan ik niet leven. Claire
Bonehakker, schilderes, 1904-2979. Middelburg: Stichting
Zeeuwse Katernen 2002, Zeeuwse Katernen-16. Geen
isbn, 94 blz. 17,50.
Het is weer een aantrekkelijk vormgegeven boekje, deze
nieuwe aflevering van de Zeeuwse Katernen. Een
50 Zeeuws Tijdschrift 2002/4