Algemeen-Nederlands Verbond, vond het een 'aardig
idee' om parallel aan de Vlaamse herdenkingen ook
in Nederland iets te organiseren. Het werd een aan de
Guldensporenslag gewijd symposium in Den Bosch,
waar ook Volc te voet is gepresenteerd.
De samenstellers betogen dat de slag ook grote in
vloed had in de Noordelijke Nederlanden. Ze beschou
wen de gebeurtenis eveneens als teken van emancipatie,
maar dan van een sociale groepering. Het 'volc te voet'
dat de ridders in de pan hakte en hun gulden sporen
ophing in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Kortrijk,
bestond voor een groot deel uit zelfstandige, in gilden
georganiseerde ambachtslui uit de Vlaamse steden.
Ze waren welvarend genoeg om zich een bescheiden
wapenrusting aan te schaffen en stonden onder be
kwame leiding. De uitslag van de Guldensporenslag
maakte de gilden ook buiten Vlaanderen zelfverzeker
der, en was een stimulans in de pogingen om meer
invloed in de stadsbesturen te krijgen. De Bruijn en
Broer gaan aan de hand van voorhanden bronnen na,
hoe één en ander uitwerkte in de noordelijke steden
Utrecht, 's-Hertogenbosch en Groningen.
Ze hanteren een breed perspectief, maar verwachten
van hun lezer allesbehalve een brede historische kennis.
Deel I van het boek, 'West-Europa omstreeks 1300'
voert langs 'keizer, paus en koningen', via landsheren
en uitleg over de standenstaat naar de politieke en socia-
Het seinhuisje tijdens de sloop. Foto: Jaap van Wallenburg.
Ie ontwikkelingen in de Nederlanden omstreeks 1300.
Deel II, 'Invloed van de Guldensporenslag in Nederlandse
steden' begint pas op pagina 35. Min of meer uitvoerig
wordt vervolgens de emancipatiestrijd in Utrecht, Den
Bosch, Groningen en de Hollandse steden behandeld.
Het is een boeiend en instructief boekje, maar nergens
wordt de pretentie van de titel waargemaakt en een
directe link met de Guldensporenslag gelegd. De auteurs
komen slechts tot de slotsom dat ontwikkelingen op
politiek en sociaal terrein die al gaande waren, 'vrijwel
zeker' door de Guldensporenslag zijn versneld.
Het vrijwel niet behandelen van het Zeeuwse
aspect in deze publieksuitgave is bijna een blamage
te noemen. De ingewikkelde (leen)verhouding van
Zeeland Bewesterschelde met Vlaanderen, een band
die nominaal tot 1323 zou duren, wordt in enkele zin
nen afgedaan. De al even gecompliceerde rol van de
Zeeuwse adel wordt ook niet belicht, en eventuele
emancipatieverhalen over Zeeuwse steden schitteren
door afwezigheid. Resteren de verspreid behandelde
lotgevallen van Jan van Renesse. Tijdens de slag had
hij een 'ambulant zorgteam' van vijfhonderd man
onder zich, om bressen in de linies te dichten en de
vijand die deze doorbroken had, terug te dringen. In
1303/04 speelde hij weer een belangrijke rol bij de
Vlaamse invasie in het Noorden, en zette in Utrecht
de gilden op het kussen, waarop ze het tot 1305 wisten
uit te houden. Het kostte Jan al in 1304 zijn leven, want
hij verdronk in de Lek bij zijn aftocht. Stof voor een
nieuwe 'actuele' herdenkingsuitgave in 2004?
P.J. Smallegange, Jaap van Wallenburg, Het monu
ment in het midden: de stad, de stichting en Jaap van
Wallenburg (1956-2001). Middelburg: Stichting
Vrienden van Middelburg 2002. isbn 9090157395,
64 blz. 9,50.
Alweer een boekje over de strijd voor het behoud van
Middelburg als monumentenstad? Ja, maar in dit
boekje zijn de foto's gemaakt door de vorig jaar overle
den Jaap van Wallenburg. Van Wallenburg was een -
zeer vasthoudende - liefhebber van het cultureel erf
goed van zijn stad. Hij was mede-oprichter van de
Stichting Vrienden van Middelburg (1988). Aan hem
en zijn medestanders dankt Middelburg het behoud
van flink wat opvallende en kenmerkende gebouwen
en andere elementen.
49 Zeeuws Tijdschrift 2002/4