39 Zeeuws Tiidschrift 2002/4 De exploitatie komt in handen van de nieuw opgerich te stichting Maritiem Museum Zeeland. Architect Marc van Roosmalen mag de renovatie, uitbreiding en nieuwbouw op zich nemen. Het aangrenzende pand uit 1912 wordt gesloopt omdat er teveel aan moest gebeuren. In plaats daarvan komt nieuwbouw; de rest van de panden wordt met elkaar verbonden. Dat gebeurt op kelderniveau zodat de bezoeker vanuit de centrale 'onderdoorgang' alle panden kan betreden. Bouw in beeld Uitgangspunt bij de renovatie was: het in beeld bren gen van de bouwgeschiedenis. Aan het Lampsinshuis is in de loop der eeuwen veel verbouwd. Architect Van Roosmalen heeft ingespeeld op de vele gezichten van de panden. De originele indeling van het Lampsinshuis is grotendeels teruggebracht. Maar, de oorspronkelijke wenteltrap in het gebouw is niet teruggekeerd. Men heeft bewust de achttiende- eeuwse bordestrap laten zitten. Ook de zogeheten empireschuiframen (op de Franse mode geïnspireerd) uit de negentiende eeuw zijn gehandhaafd. Het voormalige stadspaleis kreeg sobere zeventiende-eeuwse ruimtes, minder rijk ver sierd dan vermoedelijk oorspronkelijk het geval was. Tussen het Lampsins-huis en de nieuwbouw is een glazen vide gekomen die een mooie kijk op de bouw geschiedenis geeft. Vroeger liep er een sloot of steeg je. De fundering van de oorspronkelijke woonhuizen is goed te zien door de kale stenen muur van het Lampsinshuis. De pakhuizen aan de achterkant heb ben een negentiende-eeuwse voorgevel (aan de Nieuwstraat). De antieke luiken zijn vervangen door moderne exemplaren van glas extra sterk en speciaal behandeld zodat ze wel licht maar geen schadelijke uv-straling door laten. Op de vloer zijn de originele straatsteentjes opnieuw gelegd. De nieuwbouw is een mooi voorbeeld van het samengaan van oud en nieuw in het complex. De gevel is opgetrokken uit traditione le baksteen met veel getint glas daarin, alsof de archi tect wilde verwijzen naar glas-in-loodramen van wel eer. De strakke nieuwbouw uit degelijk ('tijdloos') materiaal contrasteert met het statige pand van bijna vier eeuwen geleden, maar sluit er tegelijkertijd ook weer naadloos bij aan. Oud en nieuw gaan hand in hand en zijn het levende bewijs dat de tijd niet stil staat, noch in Vlissingen noch in Zeeland. O

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2002 | | pagina 41