'Kom, verwonder, bewonder en: begrijp... Bezoek, geniet, verbaas... Kom en maak kennis met de grootse maritieme geschiedenis van Zeeland' De folder liegt er niet om; klinkt veelbelovend. 'De reac ties van het publiek zijn dat tot nu toe ook', zegt Dick Broers, collectiebeheerder van het vroegere Stedelijk Museum en nu van het nieuwe muZEEum. Het oude pand aan het Bellamypark moet binnenkort leeg. 'Dat wordt nog een hele klus'. Het museum heeft zo'n twin tigduizend stukken in beheer. Die kunnen niet allemaal mee naar het nieuwe pand, laat staan dat ze kunnen worden getoond. Broers vindt dat geen enkel probleem. Een museum moet niet (alleen) vergaren en beheren, vindt hij. 'Een museum moet vooral tonen en tentoon stellingen maken. En ook: keuzes durven maken.' Het nieuwe muZEEum heeft dat gedaan. Voor de behuizing is gekozen voor écht oud en écht nieuw. Wat niet meer kon worden behouden is gesloopt en ver vangen door nieuw, hedendaags. De tentoonstelling(en) zijn bewust niet chronologisch en historisch ingericht, maar thematisch en eigentijds. Over allerlei aspecten van het maritieme wordt een verhaal verteld dat met voorwerpen uit de collectie wordt toegelicht. Het gebruik van moderne technieken - touch-screen, computer, video - is niet geschuwd. De bezoeker kan zelf actief op zoek. 'Er zijn spelletjes voor kinderen van 8 tot 80', grapt Dick Broers. Vier hoofdthema's kent de vaste tentoonstelling in het museum: Water, Werk, Glorie en Avontuur. De bron: water De tocht begint 'op de bodem van het museum', in de kelder, bij de bron: het water. In het gewelf is ook letter lijk een waterbron te zien en verspreid over de kelder staan vijf zuilen met beeldschermen opgesteld. Daarop zijn vijf Zeeuwen te zien die getuigen van hun band met het water en hun verhouding tot zee en land. 'Het is de bedoeling dat de bezoeker in deze ruimte over spoeld wordt met emoties', zegt Dick Broers. Een dichteres, een loods, een schaapsherder uit Saeftinghe, een vissersman en een drenkeling vertellen over hun belevenissen, over hun gevoel met en over Zeeland. 'Het is zo gemonteerd dat steeds uit een andere zuil iemand je toespreekt, je weet van tevoren niet wie waar vandaan komt.' Door het gewelf, overblijfsel van de oude aanbouw die is gesloopt, lopen we richting het Lampsinshuis. Goed te zien is dat de architect het oude pand ogen schijnlijk los heeft laten staan van de rest. Overal kun je zien dat de nieuwbouw net een stukje van het oude Lampsinshuis staat, alleen met glas zijn de panden verbonden; daardoor is er overal in het museum veel licht. 'Zelfs in de kelder', stelt Dick Broers. 'Het is het enige museum waar daglicht zo'n belangrijke rol speelt. Het uitzicht is ook essentieel bij dit museum: we kijken immers uit op zee, hebben een belangrijke relatie met buiten.' Achterin de nieuwbouw, nog steeds op kelder niveau, duikt een wand van bruin verroest staal op. Het zijn stukken scheepshuid afkomstig van scheeps wrakken die de afgelopen jaren zijn geruimd in verband met de verdieping van de Schelde. Ze getuigen van het gegeven dat 'de zee niet alleen geeft, maar ook neemt.' We komen in het onderdoor, onder de tuin van het Lampsinshuis, waar opnieuw opvallend veel daglicht binnenvalt (op kelderniveau!). Een ruimte die plaats gaat bieden aan kleine, wisselende stadshistorische tentoonstellingen in samenwerking met het Vlissings Stadsarchief. 'Een perfecte ruimte, het daglicht is getemperd. Zeer geschikt voor het tonen van prenten. Een mooi klein hoekje met een eigen gezicht. Het is ook een kruispunt in het museum, de bezoeker kan hier kiezen: of verder gaan op de tocht langs de per manente expositie of naar de pakhuizen waar elk jaar een andere, grote tentoonstelling te zien zal zijn.' Nu is er een tentoonstelling over 400 jaar VOC ingericht. Schelde als highway Wij kiezen voor een vervolg van de tocht en komen in de kelders van het Lampsinshuis. In het eerste gewelf wordt het ontstaan van Zeeland uit de doeken gedaan. Niet saai, statisch en historisch, maar thematisch en modern. 'Het is een spectaculaire show van beeld, licht en geluid. Via een maquette die schijnbaar beweegt, met een acteur die erover heen loopt en met lichtbeel den, klanken en muziek wordt uitgelegd hoe de voor malige eilanden zich hebben ontwikkeld en hoe de stromen bevaarbaar werden gemaakt.' Aan de wanden van het gewelf prijken grote zeekaarten zodat ook enig begrip van geografie en geologie ontstaat. In het tweede gewelf staat een ander, meer heden daags aspect van het water centraal: de (Wester-) Schelde als highway. De geschiedenis van het transport over het water wordt verteld aan de hand van belangrijke gebeur tenissen. Zoals op meer plaatsen in het museum is gekozen voor een zap-achtige opzet. De bezoeker kan 33 Zeeuws Tijdschrift 2002/4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2002 | | pagina 35