f êêê4IÉÜ en de inlagen bij de Plompe Toren van Koudekerke. De prachtige infrastructurele werken van de Storm vloedkering en de Zeelandbrug, hoogstandjes van Nederlandse waterbouw, alsmede Zierikzee dat zijn historische schoonheid te danken heeft aan het water. Het toerisme, dat zonder het water in Zeeland niet goed denkbaar is, werd een neventhema. Laag bobo-gehalte Toen prinses Beatrix in 1965 haar verloofde aan Zeeland voorstelde, of bij haar bez'oek als net ingehuldigde koninin, speelde zich dat af in de beslotenheid van de Abdij in Middelburg. Bij de intrede van de Prins van Oranje en zijn aanstaande daarentegen werden drie regio's en vijf gemeenten bezocht. Het provinciehuis stond niet eens op het programma! Ook een copieus banket, dat in de verre historie een prinselijk bezoek opluisterde, vormde geen onderdeel van het program ma. Het bobo-gehalte was laag gehouden en er was veel ruimte voor contact met Zeeuwen. Tegen de ach tergrond van 1965 en 1980 zijn de verwijten dat niet alle delen van de provincie bezocht zijn of dat Zeeuws- Vlaanderen is overgeslagen enigszins overdreven. Die constatering staat los van de fysieke onmogelijkheid om in vijf uur heel Zeeland te bezoeken. De tijden veranderen. Dat wordt niet alleen geïllu streerd door de inhoud van het programma en het veel meer extern gerichte karakter van de huidige blijde intrede waardoor alle Zeeuwen in vrijwel gelij ke mate konden deelnemen. Het wordt ook zichtbaar gemaakt doordat bij de eerder genoemde bezoeken de markante agrarische voorman Geuze als kamerheer aanwezig was, terwijl nu de heer Kostense, voorzitter het Zeeuws Landschap, als kamerheer van de Koningin de honneurs waarneemt. Oranje en Zeeland 'We hebben slechts een enkele keus "Oranje en Zeeland" da's de leus', zingen de Zeeuwen uit volle borst in hun volkslied. De Zeeuwen demonstreerden 25 okto ber dat velen in Zeeland dat ook vandaag nog van harte menen. Men zou kunnen denken dat dit deel van het Zeeuwse volkslied refereert aan de eeuwenlange band met het huis van Oranje-Nassau. Over die historische band is veel te melden, maar de strofe had in 1919 bij het ontstaan van het Zeeuwse volkslied echter een defensieve reden, men zette zich af tegen de gedachte van samenvoeging van Zeeuws-Vlaanderen met België. De uiting van het Oranjegevoel in het Zeeuwse volks lied heeft dus meer overeenkomst met hedendaagse nationale uitingen rond sportmanifestaties dan met het belijden van de innige band met het vorstenhuis. Zoals ook de hartenkreet in het Zeeuwse volkslied 'wij dulden hier geen vreemde hand, die over ons regeren zou' niet slaat op de Spanjaarden of welke vreemde mogendheid idan ook, maar een duidelijk antwoord is op de annexatiegedachten die bij de zuiderbuur België. De binding van Zeeland met de Prins van Oranje is een boeiend historisch gegeven. Na de inname van Middelburg door het leger van de Prins van Oranje in 1574, werd aan de Norbertijner monniken van de Abdij een vrije aftocht geboden. De vrijgekomen gebouwen werden op voorstel van de Prins van Oranje bestemd als zetel van de Staten van Zeeland, een functie die het Abdijcomplex tot op de huidige dag heeft. Al moet de vreemdeling met verbazing constateren, dat menige inwoner van Middelburg na vier eeuwen op de vraag waar het provinciehuis zich bevindt, het antwoord schuldig blijft. O, u bedoelt de Abdij, zeg dat dan. De Prins van Oranje werd voorzitter van de Staten, een functie die de Prinsen van Oranje vervuld hebben tot de Franse tijd. Dit voorzitterschap hield vanzelf sprekend mede verband met de bijzondere rechten die de Prins van Oranje in Zeeland bezat, zoals het bezit van het markizaat van Veere en van Vlissingen en de rechten op Sint Maartensdijk. Wanneer de Prinsen van Oranje in Zeeland verbleven was een deel van het Abdijcomplex hun onderkomen. Dit deel van het com plex wordt heden ten dage aangeduid als het Prinsen- logement. Louise de Coligny, moeder van Frederik Hendrik heeft een tijd het gedeelte van het Abdijcomplex bewoond, waarin nu het Zeeuws Museum is gevestigd. Van de Prinsen van Oranje heeft stadhouder Maurits het vaakst in Zeeland vertoefd. De tentoonstelling j-j u -s- nj q c 51 c c o s 5 i o 3.2 3 3' a- o. cl 4 Zeeuws Tijdschrift 2001 /6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 6