EEN VERHOOR
IN HET SCHELDETHEATER
toneel. Vanzelfsprekend
zal de zaal niet .vol zijn.
iWettortéël heeft al lang
J l_ I J _L I
e gunst vam het publiel
Linksboven dirigent Wilhelm Furtwangler (Bram van der Vlugt in Het Verhoor. Foto: Piek.
André van der Veeke
Eerst maar zoiets als een beginselverklaring: toneel is
een oude liefde van me. Er is een tijd geweest dat ik
twee, drie voorstellingen per week bezocht. Mijn mede
studenten leverden hun cultuur-abonnementen graag
en gratis bij me in. Ilc was een vaste klant in het
Tilburgse theater. Brecht was mijn lievelingsauteur,
maar ik dweepte ook met Beckett, Pinter, Albee.
Ik volgde lessen in dramatiseren. Samen met een
paar vrienden richtte ik theater G. op. Van mijn leraar
dramaturgie kreeg ik altijd de hoofdrol. Pas toen ik
mijn studie voltooid had begreep ik waarom. Hij was
verliefd op me en wilde dat graag bewijzen. Tijdens
een bezoek aan zijn woning trok hij aan het eind van
de avond zijn kleren uit. Hij had een erg wit, wasach
tig lichaam, dat me aan dood en verderf deed denken.
Ik pareerde de aanval op tamelijk grove wijze. Na
afloop voelde ik me verward en verslagen. Hij was
mijn leraar in de waarachtige zin van het woord. Ik
had veel van hem geleerd. En wat zijn seksuele voor
keur en liefdesverklaring betreft: hij had geduld betracht.
Ik slaagde die avond weliswaar opnieuw met lof voor
mijn hetero-diploma, maar ik had mijn aflceer van de
herenliefde wel wat subtieler en minder wreed kunnen
verwoorden.
Ons theatertje stierf trouwens een snelle dood na
een richtingenstrijd tussen arbeideristen en puristen.
Mijn liefde voor het toneel werd hierna kleiner en
kleiner. Ik hield er een licht schuldgevoel aan over,
vooral omdat ik de vlam van mijn passie zo gemakke
lijk had laten doven.
Scheldetheater
A. en ik staan voor het eerst voor het nieuwe Schelde
theater. Ik weet wat het gebouw gekost heeft. Aan de
buitenkant is dat er niet aan af te zien. De voorkant oogt
vooral neutraal, als de entree van een winkelcentrum
33 Zeeuws Tijdschrift 2001/6