Ultieme schoonheid Een kunstwerk moet je het gevoel geven door een bos te lopen, langs het strand te lopen, door een wei te lopen; alles omvattend, je geheel omgevend, niets anders voelend. Met een overtuigingskracht als van het strand, het bos, de wei zelf. Het is de totale ongebondenheid van kijken, de absolute vrijheid van het landschap: Het gras als ruimte; met bloemen, hekken en lucht. Het zand als ruimte; met schelpen, lucht en water. Het bos als ruimte; met bladeren en bomen. Onverwacht een schelp, een bloem, een paddestoel vinden. Het fixeren van een moment. Het isoleren van een waarneming. De schoonheid van dingen. Het rubriceren van gedachten. Het ordenen van de planten. Het verzamelen van schelpen. Het bekijken van een paddestoel. Ik wil het universele, ik wil gelijkwaardigheid, ik zoek geen spanning, ik zoek geen dialoog, ik zoek geen context. Ik zoek alleen schoonheid. Er is geen hiërarchie, er is geen vooruitgang, er is geen ontwikkeling, er is geen competitie, er is geen wetenschap, er is geen religie. Er is geen zoeken naar antwoorden, slechts het stel len van een vraag, waarop alle antwoorden mogelijk zijn. De waarheid omvat alle mogelijkheden. Kunst is universeel, kunst is de ultieme schoonheid. Ronald Mullié, Gapinge, 28 september Leven is synthese Ronald Mullié is - direct en indirect - beïnvloed door drie kunstenaars: Rinus van den Bos (docent aan de academie), Joseph Beuys en Marinus (van den) Boezem uit Middelburg. Ze hebben hem, ieder op hun eigen manier, sterk gestimuleerd. Hij noemt ze met een zekere trots zijn 'leermeesters'. Hij heeft als ode aan hen een kunstwerk gemaakt dat in 1999 werd onthuld. 'Dat werk bestond uit drie chocoladeletters B, die ik op een theedoek had gemonteerd met daaronder een koperen plaatje De drie B's, ode aan mijn leer meesters. Ik heb dat onthuld op 5 december 1999 tij dens Sinterklaas door middel van een presentatie in mijn huis, waar ik chocoladeletters uitdeelde, choco lademelk had ingeschonken en voor de aanwezige kinderen een soort collage van Sinterklaasschuimpjes had gemaakt. Marinus Boezem was daarbij aanwezig. Beuys en Van den Bos zijn al een tijd dood.' De kunst van Ronald Mullié is vaak erg concreet, tastbaar ook. Hij doet ook een beroep op meer dan één zintuig. Niet alleen het oog wordt geprikkeld. Die bedoeling heeft hij altijd gehad. 'Ik merk dat er de laatste paar jaren een soort syn these plaatsvindt van al mijn ideeën ten opzichte van niet alleen kunst, maar - een beetje pathetisch gezegd, misschien - van het hele leven. In alles wat zich afspeelt en welke plek je daar in hebt, als mens maar ook als kunstenaar; wat je functie daarin is. Ik merk dat veel dingen samen komen en dat er een synthese begint te ontstaan, die een soort equivalent van het leven wordt. Qua beeld komt mijn werk misschien steeds verder van traditionele kunstvormen af te staan, maar qua intentie en qua inhoud komt het steeds dichterbij wat ik wil. Ik heb het gevoel, dat ik steeds meer grip krijg op mijn ideeën.' Schoonheid is voor hem een sleutelwoord. De ultie me schoonheid en die reikt verder dan de begrippen mooi en lelijk. 'Mooi en lelijk is een interpretatie. Schoonheid is een ultiem evenwicht. Dat kan over alles gaan. Het gaat om een soort evenwicht, waarin de dingen zich presenteren en waardoor er betekenisgeving mogelijk is. Hoe objectiever iets is, hoe universeler het wordt. Universaliteit is een sleutelwoord voor het tot stand kunnen komen van kunst, omdat de schoonheid zich in dat gebied manifesteert. Voor mezelf verwoord ik het zo: Hoe objectiever je kunst presenteert, des te gemakkelijker de schoonheid boven komt drijven.' Ronald Mullié, Voor de oogels (5 delen), 1999. 25 Zeeuws Tiidschrift 2001/6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 27