Ronald Mullié, Mosselen (amethyst), Olieverf mosselen, 1992. Collectie kunstenaar. Foto: Bram Gideonse.
op gereageerd wordt en wat verder weinig oplevert.
Dat heb ilc ook al zo vaak meegemaakt en dat is niet
erg interessant. Ik merk dat deze manier veel directer
is. Zo heb ik afgelopen jaar een project gedaan met
als titel Ruis kookt. Ruis is mijn alter ego, die allerlei
projecten bedenkt, die mensen alert houden, wakker
schudden of juist doen sluimeren. Ruis heeft twee
kanten: het ruisen van de zee als een heerlijke achter
grond op de deining waarvan je kan denken en doen.
Ruis kan tevens de functie van stoorzender hebben,
die je eigenlijk liever kwijt dan rijk bent. Dat dubbele
zit er in.'
In het kader van Ruis kookt heeft hij dit jaar vier keer
gekookt voor zo'n 25 mensen. Die kwamen in zijn ate
lier, waar hij een soort keuken had neergezet met een
lange tafel. Een van de afleveringen heette Schuimpjes
en basilicum. 'Ik wilde iets met schuimpjes doen, omdat
die een enorme plastische waarde hebben. Je kunt ze
een prachtige vorm geven en opspuiten.' De sessie
werd ingeleid door een bulletin met teksten uit zijn
dagboeken, een stempel gesneden in de vorm van een
schuimpje, een tuinontwerp met de zeven balsemkrui
den (rozemarijn, hysop, basilicum, lavendel, oregano,
tijm en melisse). Verder een tekst uit het Hooglied, omdat
daarin over 'van bedden vol balsem' wordt gezongen en
de zeven kruiden gedroogd erbij in een zakje.
'De mensen krijgen zo'n bulletin - eigenlijk een
informatiepakketje - om van te voren een beetje een
idee te krijgen waar het eten over zal gaan. Voor de
rest kook ik dan gewoon lekker en gaan we samen
smakelijk zitten eten. Dat is bijzonder gezellig. Of er
dan ook over kunst wordt gesproken? Nee, gelukkig
niet. Dat wil ik ook niet. Ik ben geen zendeling. Mijn
deel als kunstenaar zit in het bereiden en het opdienen.
Als ze het opeten, bemoei ik me er niet meer mee. Ik
schep trouwens wel zelf op.'
23 Zeeuws Tijdschrift 2001/6