RONALD MULLIÉ Zoeken naar ultieme schoonheid Veelzijdig is hij. Schilderen, tekenen, beelden en objecten maken, teksten schrijven, presentaties en wande lingen organiseren én koken. Ronald Mullié (43) uit Gapinge doet het, afwisselend allemaal. Hij beperkt zich niet graag tot één uitingsvorm. Het gaat hem om het idee. De waarde van kunst ligt in de kwaliteit van het idee, zegt hij. En in het streven naar schoonheid. Dat is het enige wat hem werkelijk bezighoudt. Ronald Mullié hoort nergens bij. Hij is 'gewoon' kunstenaar, dat vindt hij al beperkend genoeg. Peter van Houte In zijn aangename atelier in Gapinge, zo'n 17 jaar geleden betrokken na rondzwervingen door Nederland en de academie in Breda, brandt de houtkachel. Het is een frisse dag in het najaar. Ochtendlicht valt binnen door de hoge ramen van het voormalige fabriekje. Er is koffie en we praten. Ronald Mullié spreekt overtui gend, in duidelijke woorden over wat hem bezighoudt. De waarde van kunst bijvoorbeeld. 'Die ligt niet in de wijze waarop je als kunstenaar met een idee omgaat, maar puur in de kwaliteit van het idee zélf. Daarom zijn er zo ontzettend veel ver schillende kunstvormen. Rudi Fuchs heeft tien jaar geleden al terecht opgemerkt dat je misschien wel kunt spreken van de moderne kunst, maar dat die loopt van zeg 1850 tot heden en dat deze niet is op te delen in allerlei hokjes zoals kubisme, impressionisme en neo-realisme. Dat is niet zinvol. Hoe actueler de kunst is, hoe sneller het ingedeeld wil worden door mensen, ook om het te kunnen benoe men. Bij actuele kunst is er nog zo weinig afstand - de tijd is er niet over heen gegaan - dat er ook nog weinig ruimte voor interpretatie is.' Ideeën opzetten Hij is kunstenaar, heeft ideeën, denkt na, bedenkt en maakt dingen vanuit die ideeën. Zijn uitingsvormen lopen sterk uiteen. Daarin onderscheidt hij zich dui delijk van veel andere kunstenaars. 'Ik zie geen verschil tussen al die kunstvormen en ook niet tussen de dingen om me heen, of het nu om kunst gaat, of om natuur of cultuur. Ik ben gewoon kunstenaar en vind het verder niet interessant om mezelf ergens bij in te delen. Mezelf als kunstenaar te zien, vind ik al beperkend genoeg. Ik kan iets duidelijk maken door middel van een foto, een tekst, maar ook door een beeld of wandschil dering, of door het koken van een maaltijd of het maken van een gemeenschappelijke wandeling. De vormen maken me niet zo veel uit. Het kan alles zijn. Ik kan me alle soorten materiaal en iedere gelegen heid voorstellen om mijn idee te presenteren. Daar gaat het me om, het duidelijk maken of misschien toelichten van mijn idee. Ik zoek een equivalent in het maken van een werk, dat gelijkwaardig is aan het idee. Ik zoek naar een techniek, waarin dat idee het best tot zijn recht komt; het beste vorm krijgt. Dat kan in prin cipe alles zijn.' Zoals koken bijvoorbeeld. Dat deed hij weliswaar al heel lang, maar hij had het nooit zo zeer beschouwd als een vorm waarin hij zijn ideeën als kunstenaar zou kunnen uiten. Enkele jaren geleden veranderde dat. Koken werd meer dan lekker voedsel bereiden en in een pan roeren. Keerpunt was het moment waarop hij Joseph Beuys (één van zijn leermeesters) tijdens een interview rapen zag schillen en in een emmer zag gooien. In dat interview maakte Beuys duidelijk dat 21 Zeeuws Tijdschrift 2001/6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 23