dat hijraad-s zelfs drie uitnodigingen heeft gekregen!
Hij denkt vast en zeker dat ik meerdere prijzen ga krij
gen. Een voor de wetenschappen, een voor de kunsten,
en een voor de Zeeuwse aspecten. Hij weet dat ik een
groot voorstander ben van dialecten. En van rijmen.2
Op al deze uitnodigingen is door het Provincie
bestuur een duizendpoot afgedrukt. Misschien de
Lithobius forficatus, al heeft die in werkelijkheid mis
schien wat minder poten. En ook op het koekje dat we
bij de koffie kregen was hij te zien. Met nog minder
poten. Ik denk dat het een vingerwijzing is, een stie
keme hint, die duizendpoot. Zo in de sfeer van: toe,
Hofman, ga nou eens na wat je zoal hier en daar voor
wetenschappelijks hebt gedaan, wees niet zo lichtschuw
en denk dan daarbij dan vooral aan je voorkeur voor
het leven der dieren en de zozologie. Er is toch allicht
wel wat!
Weberknechtbeineschwimmwettbewerb
Tja, er is allicht wel wat. In het eerste verhaal dat ik in
1958 schreef en in een boek is opgenomen komt een
giraf voor, het is eerder slechts de nek van een giraf met
daaraan gemonteerd een wiel. Erg wetenschappelijk
lijkt me dit niet. Maar ja, dat was een jeugdwerkje. 3
In mijn dierbare boek Koning Wikkepokluk de merk
waardige zoekt een rijk komen heel wat dieren voor.
Vooral insectachtigen en er is ook een verwijzing naar
een ander dier. Zo staat op bladzijde 78: 'De maan leek
op een kwal, een glibberig dier, in het water van de lucht.
Een grote doorzichtige schijf die open en dicht kan gaan
als een paraplu. Van onder lange gele slierten met haakjes
eraan en blaasjes vol vergif... '4
De maan wordt vergeleken met een kwal. Het boek
is klaarblijkelijk geschreven door iemand uit Zeeland
voor wie een kwal dagelijkse kost is, maar er wordt en
passant rekening gehouden met Brabanders en andere
provincialen die niet veel van de zee weten. De tekst
krijgt daardoor iets educatief en is derhalve geen kunst.
Ook geen wetenschap, dat is waar. Wel is hij typisch
Zeeuws. Ook de bladzijden in dat boek die krioelen
van de insecten, komen, denk ik, niet in aanmerking.
Maar ja, dat was nog maar mijn derde boek, en dateert
uit de zestiger en zeventiger jaren en toen kon alles.
Ook in latere boeken komen nogal wat dieren voor.
Vissen, wormen, papegaaien, olifanten, muggen, ossen
en ezels, schapen, kamelen, trajagen, inktvissen, de
Pediculatus Giganticus, de Crocodilus Nyloticus, reigers,
kikkers - een goed combinatie - slakken, heremiet-
kreeften, egels, mossels, meelwormen, garnalen, dodo's,
zeepokken, wespen, vlinders, zeekomkommers, apen,
berend Misschien heeft het Provinciebestuur er een
hooggeschoolde Zeelandmilieuambtenaar op gezet om
al die dieren te turven. Het aantal zegt echter niets over
de wetenschappelijkheid of de onwetenschappelijkheid
ervan. Hier en daar worden in de boeken wel populair
wetenschappelijk proeven geschetst. Zo wordt er wel
ergens in een boek een blikje met wormen op een
gasvlam geplaatst, en wordt een vlieg de vleugels uit
getrokken of wordt er wat geëxperimenteerd met hooi
wagens. Hetgeen in het Duits zo klinkt: 'Tootje jing
ndmlich an, möglichst vielen Tieren die Beine auszureis-
sen, um damit einen Weberknechtbeineschwimm-wettbe-
werb zu organisieren. Aber die Beine kamen nicht weit,
sie erreichten nicht einmal das Ziel. Der Wind blies sie an
den Rand.'^
In 1997 vierde het wetenschappelijke Teylers Museum
in Haarlem het 300-jarig bestaan. De Gids wijdde er
een speciale aflevering aan. Er werd een boek gemaakt.
Een vijftigtal personen in Nederland mochten één voor
werp uit de wetenschappelijke of de kunstcollectie kie
zen en daar een bladzijde aan wijden.
Zo maakte de een tekst over de holle spiegel die daar
in het museum staat en waardoor je ondersteboven
bent, een andere schreef over de elektriseermachine.
Of over een tekening van Rembrandt (in dat museum
17 Zeeuws Tijdschrift 2001/6