op inspectie langs de vestingen van Gelderland en Overijssel, en liet vervolgens in april 1597 de Zeeuwen verzoeken hun afgevaardigden naar Den Haag te sturen. Die weigerden. Holland is machtig, schreef de Engelse commandant van Vlissingen, maar Zeeland is trots. De Zeeuwen wilden zich niet laten ontbieden in het huis van hun tegenstander. Maurits drong niet aan en koos een andere oplos sing. Hij riep de Raad van State bijeen, versterkt met afgevaardigden uit de Staten-Generaal van de vijf pro vincies die niet bij het conflict betrokken waren. Hij gaf dus blijk van een onberispelijke onpartijdigheid. En wat nog mooier was: hij stelde Zeeland in het gelijk. In Middelburg werd de uitspraak gevierd als een grote triomf. En de Zeeuwen begrepen heel goed hoe deze beslissing mogelijk was geworden. In de Staten-Generaal hadden ze nooit een besluit in die geest kunnen afdwingen, daarvoor had Holland in die vergadering een te groot overwicht. Maar Maurits had alle provincies als gelijken behandeld. Hij was een neutraal arbiter geweest, en had zich boven de partij en gesteld. Holland en zijn landsadvocaat Oldenbarnevelt hadden een nederlaag geleden. Zijn Zeeuwse collega raadpensionaris Christoffel Roels kon in deze zaak geen rol spelen. Hij lag ziek te bed. en zou op 18 mei 1597 overlijden. Drie dagen voor zijn dood echter schreef Roels een afscheidsbrief aan de Zeeuwse Staten, zijn politiek testament, waarin hij zijn conclusies trok uit het gebeurde. Er moest iemand zijn die in zulke geschil len de beslissing naar zich toetrok. Daarom was het beter als de Republiek veranderde in een monarchie. De positie van Maurits zou dan zodanig versterkt moe ten worden dat hij kon handelen op eigen gezag. In plaats van stadhouder zou hij het hoofd van de Unie moeten worden. Roels meende dat Zeeland daartoe het initiatief hoorde te nemen. Waarom vond hij dat? De aanleiding was zonder twijfel Maurits' uitspraak in het pas afgesloten conflict. Daaruit was gebleken dat Zeeland er voordeel van kon hebben als de macht van Maurits groter werd. Maar Roels' advies was geen plotselinge inval. Uit zijn brief krijgen we de indruk, dat hij deze verandering al lang onvermijdelijk achtte. Het was ook wel een natuurlijke verwachting. Per slot van rekening waren zulke afspra ken in 1584 al gemaakt met Willem van Oranje. Maurits' vader zou graaf geworden zijn als hij enkele maanden langer had mogen leven, en dan was zijn zoon hem rechtens opgevolgd. Nu intussen Maurits' prestige door al zijn militaire successen enorm gestegen was, kon je er haast op rekenen dat de souvereiniteit hem vroeg of laat zou toevallen. Dan was het wijs beleid de ontwikkeling van de gebeurtenissen niet lijdelijk af te wachten, en liever zelf de onderhandelingen te openen. Want ook de regenten die de verheffing van Maurits wenselijk en zelfs noodzakelijk achtten, hadden toch wel smaak gekregen in het republikeinse bestel. Ze zouden behoefte hebben een aanbod van souvereiniteit met stevige garanties te omringen. Wie het initiatief nam kon dan meteen voorwaarden stellen die de macht van de souverein binnen bescheiden grenzen zou houden. Kinderen van Zebedeüs Wat er in 1597 met die voorstellen van de Zeeuwse raadpensionaris gedaan is weten we niet. Van drie dingen kunnen we zeker van zijn. Ten eerste zijn ze stellig in kleine kring besproken. Roels was te belang rijk om zijn opinie zomaar te negeren. Ten tweede behoorde tot dat kleine gezelschap in elk geval ook de eerste edele van Zeeland, Jacob van Malderé. Ten derde was deze Malderé één van Maurits' meest ver trouwde raadslieden. Het lijkt dan ook uitgesloten dat de stadhouder over dat politieke testament van Roels niet was ingelicht. Het is niet onbelangrijk dat vast te stellen, omdat de Zeeuwen in 1597 van deze plannen geen werk gemaakt hebben. Dan is het op zijn minst niet onwaarschijnlijk, dat ze van Maurits geen aan moediging hadden ontvangen. Hij was blijkbaar in het aanbod niet geïnteresseerd. Dat hoeft ons ook niet te verbazen. We kennen van Maurits de uitspraak, dat hij liever van de Haagse toren zou springen dan graaf te worden op de condities die men zijn vader had vergund. Die voorwaarden waren inderdaad erg mager geweest, maar de prins had ze aangenomen, omdat het er voor hem niet zo erg op aankwam. Hij wist dat hij genoeg overwicht bezat om de handicap van beperkende voorwaarden te kunnen overwinnen. Een stroevere persoonlijkheid als Maurits zou daar veel meer moeite mee gehad hebben. Hij miste de overredingskunst van zijn vader, en aan zo'n besnoeide souvereiniteit kon hij niet veel eer behalen. Die zou enkel zijn verantwoordelijkheid doen stijgen, zonder dat er reële macht tegenover stond. Daarom is het waarschijnlijk dat Maurits de Zeeuwen niet heeft aangemoedigd, en in elk geval zijn de plannen toen niet naar buiten gebracht. 12 Zeeuws Tijdschrift 2001/6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 14