initiatieven. We moeten trots zijn op wat ons onder
scheid van de rest van Nederland. Zeeland is niet alleen
maar strand en zee; Zeeland onderscheidt zich door
zijn zeer rijke verleden. We moeten zuinig en trots
zijn op ons verleden. Niet koesteren: dan is het cultu
reel erfgoed net een ongeopende brief. Als je die dicht
laat, weet je nooit wat de inhoud is. Dan heb je er wei
nig aan. Laat maar eens zien waar onze kracht ligt.
Mijn rol als voorzitter bestaat voornamelijk uit het eta
leren van ons cultureel erfgoed.'
De identiteit van Zeeland wordt op de keper be
schouwd voor een groot deel door het cultureel erf
goed bepaald, door de monumenten om ons heen,
het cultuurlandschap, de streekdrachten, de voorwer
pen in het museum, de mondelinge geschiedenis
enzovoort. Cultureel erfgoed neemt een belangrijke
plaats in de samenleving in. Dat blijkt ook uit de grote
groep Zeeuwen die zich er - beroepsmatig of in de
vrije tijd - mee bezighoudt. De archieven zitten vol
met amateur-historici die speuren naar eigen of
andermans verleden. Heel veel monumentenorgani
saties, musea en oudheidkundige en archeologische
organisaties draaien op de inzet en het enthousiasme
van vrijwilligers. Zo beschouwd heeft het cultureel
erfgoed een hecht draagvlak.
Een nieuwe identiteit
Een andere doelstelling van de SceZ is de samenwer
king met andere instanties die actief zijn op dit gebied.
Noiledijk Viissingen, omstreeks i960. Foto Zeeuws
Documentatiecentrum.
^Cultureel erfgoed laat zich niet vatten in een defini
tie. Het is het inblikken van wat je belangrijk vindt.
Het is een breed pakket van zaken die steeds in bewe
ging zijn, veranderen, die je wilt behouden. Ik denk
dan aan musea, monumenten, een bibliotheek en een
archief. Cultureel erfgoed is niet statisch, het is in
ontwikkeling, dynamisch. Als mens put je uit het cul
tureel erfgoed, omdat je steeds reageert op dat wat er
al was. Je reageert vanuit een bepaalde cultuur: en dat
is een dimensie die mij persoonlijk raakt.
Vanuit het Oosten neem je de cultuur met je mee:
adat noemen wij dat. Het zijn de gewoonten en ge
bruiken die je moet respecteren. Die van oudsher zo
gegroeid zijn, van moeder op dochter op kleindochter,
van vader op zoon, op kleinzoon. Adat is de bagage die
je met je meedraagt. En dan kom je in het Westen en
hoe moet je dat dan inpassen, inkleuren? De gebrui
ken en gewoonten zijn opgeslagen in verschillende
vormen. Die moet je bewaren voor de generaties die
nog komen, zodat zij een tastbare herinnering hebben
aan de tijd die was. Op de Molukken zijn de kronieken
nooit bewaard: die geschiedenis is dus weg. Dat is
erg. Hetzelfde zie ik in Suriname: daar is het besef
van de waarde van het cultureel erfgoed nog niet
doorgedrongen. Daar knippen ze zo plaatjes uit boe
ken bijvoorbeeld; iets dat hier toch ondenkbaar is. In
het Moluks Historisch Museum in Utrecht worden
waardevolle bestanden en voorwerpen bewaard voor
de na ons komende generaties.
In Zeeland ligt het cultureel erfgoed voor het oprapen.
De Noiledijk in Viissingen: daar denk ik als eerste aan
wanneer ik een voorbeeld moet noemen van cultureel
erfgoed in Zeeland. Ik woonde aan de Nollendijk tij
dens de ramp van 1953. Die heeft een enorme
indruk op me gemaakt. Ik was toen een jongetje van
een jaar of zes. Als je dat meemaakt, dan ken je de
kracht van het water, dan weet je welke functie een
dijk heeft. Ik heb mijn vader daar met zandzakken
zien sjouwen om het water tegen te houden. Regel
matig kom ik er terug. Het is voor mij een heel emo
tionele plek.'
John Lilipaly, naast veel andere functies bestuurslid
Zeeuws Archief.
6 Zeeuws Tijdschrift 2000/6